Sociaal werkers en mensen in armoede samen in verzet

De Israëlische professor Michal Krumer-Nevo wil met haar ‘Armoedebewust Paradigma’ sociaal werkers aanzetten om partners te worden van mensen in armoede. Met haar vormingen geeft ze handvaten voor de dagelijkse praktijk. Kristel Driessens nodigde Krumer-Nevo uit voor een lezing aan de Universiteit van Antwerpen op 18 april 2023. Samen met Marthe en Yinte, twee masterstudenten sociaal werk en Vanessa, volontair bij ATD, bespreken we enkele opmerkelijke punten uit haar lezing.

Armoede is een schending van de mensenrechten en van het recht op waardigheid. Dat is helemaal de visie van ATD Vierde Wereld.

Kristel: ‘Toen ik voor het eerste naar een lezing van Krumer-Nevo ging, deed haar gedachtegang me ontzettend denken aan de taal van ATD Vierde Wereld. Ze vertelde me daarna ook dat ze erg geïnspireerd is door ATD.’

Marthe: ‘Ze verenigt het structurele denken over armoede met de interpersoonlijke ervaringen van mensen in armoede. In onze opleiding is dat altijd een spanningsveld geweest.’

Kristel: ‘Mensen zullen niet denken in deze termen, dat hun armoedesituatie een schending van hun rechten is. Ze gaan eerder denken dat ze zelf iets fout hebben gedaan of dat het hen overkomt. Er is een kritisch bewustzijn nodig, een nieuwe taal om hun situatie structureel te kunnen bekijken.’

Marthe: ‘Het is de taak van sociaal werkers en armoedeverenigingen om mensen in armoede bewust te maken van hun rechten en hen die nieuwe taal aan te leren’.

Vanessa: ‘Die nieuwe taal komt er inderdaad door mensen met een zelfde ervaring in de juiste omstandigheden samen te brengen. Zo groeit verzet.’

Als mensen onrecht ervaren, zorgt dat voor pijn. Pijn omschrijft de ervaring van armoede beter dan stress.

Kristel: ‘In het boek ‘Schaarste’ beschreven Mullainathan en Shafir hoe managers die te veel stress ervaren een tunnelvisie ontwikkelen. Vergelijkbare processen zie je bij mensen in armoede. Maar het mag niet enkel over stress gaan want dan kan je de oplossing van armoede zien in het verstrekken van zelfhulpboekjes die je leren omgaan met stress. Krumer-Nevo vat de essentie van de armoede-ervaring samen als pijn.’

Vanessa: ‘Het onderzoek ‘De verborgen dimensies van armoede’ van ATD Vierde Wereld samen met de universiteit van Oxford bevestigt dat een van de kernervaringen van armoede fysiek, psychisch en emotioneel lijden is.’

Mensen verzetten zich tegen de pijn van een leven in armoede, maar ze verliezen. We erkennen het ook niet altijd als een vorm van verzet.

Kristel: ‘Er is altijd verzet tegen armoede. Zoals een Bind-Kracht coach ooit zei: ‘Er is geen enkel kind dat later een persoon in armoede wil worden’.’

Vanessa: ‘In de Filipijnen probeerden we een schoolverlater van 9 jaar te betrekken bij een alfabetiseringsproject. Zijn papa liet hem vaak mee bedelen want hij vond het belangrijker dat zijn zoon wist hoe hij in de toekomst geld zou kunnen verdienen dan dat hij leerde lezen en schrijven. Hij wist niet of hij in zijn situatie nog lang zou leven en hij wou dat zijn zoon het beter had dan hij. Hulporganisaties oordelen dan snel dat dit een schending van de rechten van het kind door de ouders is maar voor mij is het een duidelijk voorbeeld van strategisch verzet tegen hun armoedesituatie.’

Sociaal werkers en mensen in armoede praten anders over armoede. Een nieuwe taal moet hen partners maken in de strijd tegen armoede.

Yinte: ‘Ik voelde bij Krumer-Nevo de erkenning van de belangrijke rol van sociaal werkers. Zij moeten mensen in armoede niet sturen maar op gelijke voet samenwerken.’

Kristel: ‘Veel sociaal werkers willen spreekbuis zijn van mensen in armoede maar interpreteren getuigenissen op hun manier. Ze menen dat ze hun verhaal kennen omdat ze met hen werken. Laat mensen in armoede zelf hun verhaal vertellen.’

Marthe: ‘Daarom schrijven we onze thesis vanuit het perspectief van mensen in armoede. Het komt spijtig genoeg nog veel vaker voor dat sociaal werkers geïnterviewd worden voor een onderzoek.’

Krumer-Nevo geeft sociaal werkers tijdens haar vormingen handvaten voor de dagelijkse praktijk. Zo moet er in elk team een rechtenexpert zijn en moet elke sociaal werker een flexibel budget hebben om de kleine noden van een gezin op te vangen.

Kristel: ‘In de opleiding sociaal werk leren we studenten om naast de mensen te gaan staan, naar hen te luisteren en dan samen te zoeken hoe ze toegang kunnen krijgen tot hun rechten. Als een sociaal werker merkt dat er drempels zijn dan is het diens taak om deze te signaleren. En wanneer ze over een flexibel budget beschikken, kunnen ze gezinnen makkelijk uit de nood helpen bij kleine, onverwachte kosten.’

Vanessa: ‘Volontairs leren veel door op stap te gaan met meer ervaren medewerkers en door intervisiegesprekken. Ik herken in de ideale sociaal werker attitude volgens Krumer-Nevo veel van hoe wij ook proberen op weg gaan met mensen. Ik hoor vaak dat sociaal werkers niet veel kansen hebben om met anderen na te denken en daar is als volontair wel veel plaats voor. Het is ook belangrijk dat er volontairs zijn die als mens, en niet als professional, met mensen in armoede iets kunnen opbouwen en op weg gaan. Sociaal werkers en volontairs zijn op die manier complementair.’

Kristel: ‘Helaas zie je sommige sociaal werkers in het werkveld controleurs worden. Door de hoge werklast en het accent op resultaatgericht werken, gaan ze onhaalbare voorwaarden opleggen: werk zoeken, een opleiding volgen,…’

Marthe: ‘Ik deed  stage bij een Antwerpse armoedevereniging en daar is het heel gewoon om naast de mensen te gaan staan en noden te collectiviseren. Dat is een heel andere setting dan een maatschappelijk werker in het OCMW. In grote voorzieningen zijn andere zaken prioritair.’

Kristel: ‘Er zijn OCMW’s in Vlaanderen waar sociaal werkers de ruimte krijgen om op pad te gaan met gezinnen die een intensievere begeleiding nodig hebben. Ze hebben dan een lagere caseload (minder dossiers, nvdr) en worden vaak als luxepaardjes van het OCMW gezien maar hun effectiviteit wordt groter.’

We moeten vertrekken vanuit vertrouwen.

Vanessa: ‘Die paradigmashift van Krumer-Nevo gaat voor mij ook over vertrekken vanuit vertrouwen. Er is een geest van wantrouwen tegenover mensen in armoede en dat verhindert structurele verandering. Het vraagt een breder maatschappelijk verzet en bewustmaking.’

Marthe: ‘Ik probeer me bewust te zijn van mijn referentiekaders als witte hoogopgeleide student maar ik kan niet in de schoenen staan van mensen in armoede; ik kan me niet inbeelden wat zij meemaken. Ik interviewde voor onze thesis een heel gelovige vrouw die in de schulden zat maar toch geld bleef storten aan haar geloofsgemeenschap. Er was een moment waarop ik me afvroeg waarom ze dat deed maar ik bleef doorvragen en zij voelde dat ze alles kon vertellen zonder dat ik over haar zou oordelen. Het werd me duidelijk: haar geloofsgemeenschap is haar enige connectie met een netwerk.’

Yinte: ‘Ik kende de wereld van armoede nog niet voor ik aan mijn onderzoek begon en dat was soms confronterend. Ik had een gesprek met een vrouw die vlakaf zei dat ze geen hoop meer had door haar situatie. Ik vond dat heel heftig en moest er thuis even van bekomen. Persoonlijk welbevinden is ook geen thema waar je makkelijk over praat. Het is belangrijk om vertrouwen op te bouwen en geen suggestieve vragen te stellen.’

Is het ‘Armoedebewust Sociaal Werk’ waar Krumer-Nevo voor pleit ook gangbaar in België?

Kristel: ‘Hoewel België in de jaren tachtig armoede hoog op de politieke agenda had en een participatief armoedebeleid heeft opgebouwd, staat dit vandaag erg onder druk. We verschuiven opnieuw naar het individueel schuldmodel als basis voor beleidsbeslissingen. Maar ik ga zeker de concepten en modellen van Krumer-Nevo integreren in de cursus van volgend jaar. Ze hanteert een scherpe en positief kritische taal en ik denk dat wij dat ook meer moeten durven.’

Kristel Driessens is doctor in de politieke en sociale wetenschappen en professor in de master sociaal werk aan de Universiteit Antwerpen. Ze is medestander van ATD Vierde Wereld, coördinator van de vormingsorganisatie Bind-Kracht en auteur van de boeken ‘Bind-Kracht in armoede’ (2006).

Vanessa Joos is volontair bij ATD Vierde Wereld. Ze werkte in Haïti, Nederland en de Filipijnen. Sinds 2017 is ze terug in België en nu onthaalt en begeleidt ze nieuwe volontairs en stagiairs.

Yinte Simons & Marthe De Keyser zijn studenten van de master sociaal werk en schrijven een thesis over het schuldsaneringsproject van de stad Antwerpen waarbij mensen met schulden maandelijks een extra budget krijgen of een renteloze lening. Het doel: deelnemers een toekomstperspectief geven. Yinte bevraagt ze over hun persoonlijk welbevinden tijdens dit traject, Marthe over hun interpersoonlijke relaties.

Lees de bijdrage van professor Krumer- Nevo over haar band met ATD Vierde Wereld via deze link.

 

Interview: Kris Verhaegen

Tekst: Marte Lorent

 

0
    0
    Je winkelmand
    Your cart is emptyNaar vorige pagina