ATD Vierde Wereld nam deel aan de volksraadpleging Een land voor de toekomst met onder meer grondrechten en de rol van de burger als thema. Hieronder vind je onze bijdrage aan deze burgerbevraging.
Bekijk zeker ook ons ideeënbord dat we maakten naar aanleiding van de volksraadpleging.
Thema 6: Wat zijn onze grondrechten?
Uitdaging 1: Grondrechten concreter maken
Voorstel 1
Afschaffing van het statuut samenwonende in de sociale uitkeringen, met name de werkloosheidsuitkeringen, de ziekteverzekering, het leefloon, de uitkeringen voor volwassenen met een handicap (de afschaffing is er al gedeeltelijk, namelijk voor de integratietegemoetkoming maar nog niet voor de inkomensvervangende tegemoetkoming) en uitbreiding van de individualisering van de rechten zonder verworven situaties te benadelen.
Opmerkingen:
- Op het voorstel wordt reeds aangedrongen in verschillende internationale aanbevelingen van de Mensenrechtenraad van de VN (UPO – Universeel Periodiek Onderzoek) of het Europees Comité voor Sociale Rechten van de Raad van Europa.
- Het statuut samenwonende ondermijnt het recht op privé- en gezinsleven (het recht om met iemand samen te wonen of iemand (in nood) op te vangen) en straft mensen die solidair zijn. Het statuut werd feitelijk reeds opgeschort in het geval van de opvang van slachtoffers van de overstromingen in de zomer van 2021 of van Oekraïense vluchtelingen.
- Het statuut samenwonende rechtvaardigt onaanvaardbare inmenging en controles door sociale diensten bij uitkeringsgerechtigden, die te makkelijk hun uitkering verliezen wanneer zij mensen opvangen die armer zijn dan zijzelf en bijgevolg op straat terechtkomen.
- Het statuut samenwonende drijft mensen de illegaliteit in omdat ze een fictief adres aangeven want de bedragen van de uitkeringen die aan dit statuut verbonden zijn, maken een leven in menselijke waardigheid.
- De individualisering van rechten is een basisprincipe van de verzorgingsstaat dat geen (bijkomende) discriminatie veroorzaakt van sociaaleconomische aard, noch tussen vrouwen en mannen . Maar de individualisering mag in geen geval de armoede doen toenemen van mensen die van deze rechten genieten.
Voorstel 2
Het recht op werk concreter maken door:
- De uitbreiding van het aantal initiatieven om elke persoon het recht op de vrije keuze van arbeid onder redelijke en gunstige voorwaarden te garanderen.
- De overtuiging dat elke persoon inzetbaar is.
Opmerkingen:
- Het is niet voldoende om alleen een economisch, werkgelegenheids- en arbeidsmarktbeleid te voorzien – zoals gevraagd door de internationale comités – met het oog op het creëren van waardige, vrij gekozen en productieve jobs. Er is immers nog te veel niet-erkend werk en veel werkgelegenheidsvoorzieningen subsidiëren alleen maar precaire en vaak slecht betaalde jobs. ATD Vierde Wereld stelt initiatieven voor op lokaal niveau, bij wijze van experiment, om te voorzien in lokale sociaaleconomische behoeften, door mensen die al geruime tijd werkloos zijn een contract van onbepaalde duur aan te bieden via “ondernemingen ter creatie van werkgelegenheid”(Project “Buurten zonder langdurige werkloosheid”). Dit met het oog op het veranderen van de huidige aanpak om mensen aan het werk te zetten in precaire jobs en uitgaande van de veronderstelling dat iedereen inzetbaar is. Degenen die het verst van de arbeidsmarkt af staan, moeten bij het opzetten van deze projecten betrokken worden en er moeten middelen worden vrijgemaakt om deze participatie doeltreffend te maken.
- Waardig werk is geen werk dat wordt aangeboden met het oog op activering om uitkeringen te verminderen of af te schaffen.
- Gebrek aan ambitie: mensen slechts aan het werk helpen met als hoofddoel om hen daarna toe te laten een werkloosheidsuitkering aan te vragen.
- Het aantal crèches uitbreiden, ook voor de kinderen van werkzoekenden.
Voorstel 3: Een inkomen garanderen dat een leven in menselijke waardigheid mogelijk maakt.
Opmerkingen:
- Dit is een belangrijk punt van kritiek van het Europees Comité voor Sociale Rechten over de toepassing van de rechten in België op het gebied van de sociale bescherming: het bedrag van de basisuitkeringen blijft ruim onder de armoedegrens zoals die op Europees niveau is vastgesteld.
- Er bestaan verschillende inkomensdrempels die als referentiepunt voor een waardig inkomen kunnen worden gebruikt: de Europese armoederisicodrempel, referentiebudgetten, enz. Hoewel de verwijzing naar een inkomensdrempel het voordeel heeft politiek operationeel te zijn, blijft de verwijzing naar de menselijke waardigheid die eraan ten grondslag ligt fundamenteel.
Voorstel 4: Gelijke kansen in het onderwijs
Globaal gezien vragen we scholen die meer middelen geven aan zij die minder kansen hebben.
Opmerkingen:
- Garandeer meer personeelsmiddelen voor kinderen die het verst af staan van de gangbare codes en cultuur van de school.
- Zorg voor een werkelijke gratis toegang tot onderwijs.
- Garandeer een systeem van schooloriëntatie die leerlingen echte keuzevrijheid geeft, zonder discriminerende oriëntatiecriteria. De oriëntatie naar het buitengewoon onderwijs en het beroepsonderwijs moet een keuze zijn die in overleg met de leerling en zijn/haar ouders op een positieve manier wordt onderbouwd, en niet een degradatie die als een straf wordt ervaren.
- Zorg ervoor dat er regelingen zijn om een schoolpartnerschap te bevorderen met ouders die het verst van de school af staan.
- Maak openbaar vervoer mogelijk tussen huis en school dat toegankelijk is en met een relatief beperkte reistijd.
Voorstel 4.1: Onderwijs inclusief maken
De Gemeenschappen moeten alle nodige maatregelen nemen, zowel op het gebied van lokalen en infrastructuur (toegang) als op het gebied van organisatie en statuut van het onderwijzend en ondersteunend personeel, om het onderwijs inclusief te maken, zodat onderwijs toegankelijk is voor leerlingen met een handicap en onnodige doorverwijzing naar het buitengewoon onderwijs wordt vermeden.
Opmerkingen:
- België moet zich houden aan de besluiten van het Europees Comité voor Sociale Rechten – die het in dit verband heeft veroordeeld – en aan de eisen van het VN-verdrag inzake de Rechten van het Kind. ATD Vierde Wereld publiceerde in 2017 een brochure “Voor een school waar IEDEREEN slaagt” (Enkel in het Frans beschikbaar: “Pour une école où TOUS réussisent”).
- Buitengewoon onderwijs voor een kind dat slecht opgevolgd wordt, kan de leerachterstand van het kind vergroten.
Voorstel 4.2: Bij de inschrijving in scholen rekening houden met de situatie van ouders in moeilijkheden.
De Gemeenschappen moeten de nodige maatregelen nemen en de nodige instructies geven om de scholen in staat te stellen bij de inschrijving op scholen rekening te houden met de bijzondere situatie van ouders in moeilijkheden of ouders die in armoedesituaties verkeren.
Voorstel 5
Uitvoering geven aan het verbod op elke vorm van discriminatie op grond van sociaaleconomische status of armoede, zoals dat bij artikel 11 van de Grondwet verboden is.
Opmerking:
- Het is bijvoorbeeld onaanvaardbaar dat verhuurders openlijk blijven weigeren te verhuren aan mensen die afhankelijk zijn van het OCMW, zonder dat zij daarvoor een sanctie opgelegd krijgen. Dit is een onaanvaardbare sociaaleconomische discriminatie.
Uitdaging 4: Nieuwe grondrechten
Voorstel 1
Verduidelijken dat het door artikel 23 van de grondwet gewaarborgde recht op goede huisvesting de toegang tot water en basisenergie zoals elektriciteit of gas omvat.
Opmerking:
- Hoewel er al inspanningen zijn gedaan, moet toegang tot water en basisenergie worden gegarandeerd. Mensen in armoede krijgen nog steeds te maken met het afsluiten van elektriciteit en water, met alle verregaande gevolgen voor het gezinsleven, de scholing van de kinderen, de gezondheid, enz. De toegang tot water en energie moet worden gegarandeerd, hetzij door een minimumnorm, hetzij door steun aan arme begunstigden in geval van aanzienlijke prijsstijgingen als gevolg van externe omstandigheden, hetzij door steun (en aanmaningen) aan huisbazen voor de renovatie van huurhuizen. Sociale huisvesting moet voldoen aan de normen voor waardige huisvesting. Dit grondrecht moet onder alle omstandigheden concreet blijven. Bovendien is een beleid nodig dat de huurprijs regelt.
Voorstel 2
Alle burgers toegang garanderen tot digitale diensten die op geen enkele wijze inbreuk mogen maken op de privacy of de toegang tot rechten negatief mogen beïnvloeden.
Een wet op de digitale administratie moet een kader bieden voor het beheer van de administratie, op het niveau van de overheidsinstanties en de openbare of particuliere diensten, door de volgende beginselen vast te leggen:
- Een eventueel motief tot een vereenvoudigde en betere dienstverlening moet worden afgewogen tegen het beginsel van toegang tot economische en sociale rechten voor iedereen.
- Dit beginsel vereist een terugkerende evaluatie van de positieve of negatieve gevolgen van de genomen maatregelen met betrekking tot de toegankelijkheid van (ouderen en/of) mensen die in armoede leven en analfabeet zijn.
- De relatie met de werknemer of cliënt mag niet ontmenselijkt worden door het ontbreken of de schaarste van elke mogelijkheid tot persoonlijk contact.
- De impact die de digitalisering van diensten en publieke overheden heeft op de privacycontrole moet geïntegreerd zijn in het ontwerp van de betrokken diensten of van de procedures.
- De aanbieders van digitale diensten moeten hun werknemers of klanten opleiding of bijscholing aanbieden.
- De toegankelijkheid van het Internet en het gebruik ervan in alle lagen van de bevolking houdt in dat:
+ er vanaf jonge leeftijd hierop moet ingezet worden, in scholen;
+ er aandacht moet zijn dat de veralgemeende digitalisering de burgers in staat moet stellen deel te nemen aan het sociale en economische leven in de ruimste zin van het woord;
+ digitalisering niet de oorzaak mag worden van het niet opnemen van rechten.
Opmerking:
- De digitalisering van overheidsdiensten heeft ongetwijfeld veel voordelen, maar moet gepaard gaan met een inclusief beleid dat alle burgers toegang tot digitale diensten garandeert. Anders zal deze digitalisering de meest kwetsbaren dubbel treffen en in het bijzonder degenen die functioneel analfabeet zijn (10% van de bevolking), die moeite hebben met het spreken van een van de landstalen, die geen digitaal toestel hebben of er slecht mee kunnen werken, die dakloos zijn, enz.