Studenten schudden jury wakker: ‘Daklozen moeten voortdurend een strijd voeren voor het recht om aanwezig te mogen zijn.’
Het eindwerk van twee studenten was een ‘klap in het gezicht’ van de jury van de VRP-afstudeerprijs 2021. ‘Het toont hoezeer het lot van mensen zonder dak een pijnlijk blinde vlek is in het nochtans open vizier van de ruimtelijk planner.’
Arnaud Vander Donckt en Marie-Sophie Vindevogel (KU Leuven) onderzochten hoe daklozen in Brussel wonen en hoe de architectuur van de stad hen onderdak biedt. Met hun thesis ‘A Homeless Atlas. The architecture of precarious dwelling in Brussels’, wonnen ze de VRP-afstudeerprijs (de VRP is de Vlaamse vereniging voor Ruimte en Planning, die ruimtelijk planners en stedenbouwkundigen groepeert). Professor Bruno De Meulder was de promotor van dit eindwerk.
De ruimtelijke focus ligt op Brussel-centrum. Het onderzoek presenteert zich als een atlas. Het onderzoekt daklozenculturen zoals ze zich in de ruimte ontvouwen en onderzoekt op een ruimtelijke manier wat de relatie is tot sociale onrechtvaardigheid/ongelijkheid. De volgende hoofdstukken brengen in kaart hoe organisaties, die daklozen ondersteunen, met elkaar verweven zijn, hoe zij deel uitmaken van een ruimere stedelijke context en hoe zij functioneren binnen hun architecturaal kader. Daarna volgt het in kaart brengen van leegstand en kraakpanden, met een discussie over de problemen en de mogelijkheden die dit met zich meebrengt. Tot slot word de mogelijkheden in Brussel belicht aan de hand van conceptuele ontwerpverkenningen.
Er is architectuur die daklozen aantrekt en architectuur die afstoot. De studenten deden onderzoek naar de typologie van de architectuur. De vraag was: hoe laat de stad zich gebruiken – of niet gebruiken – door daklozen. De anti-daklozen architectuur neemt de laatste jaren sterk toe. Dat wordt breed omschreven en zit zowel in: wetgeving, bewaking, gentrificatie (opwaardering van een buurt, waardoor mensen met hogere inkomens aangetrokken worden) en het plaatsen van hekwerk. In het openbaar domein verdwijnen de banken of worden vervangen door exemplaren waarop je niet kan gaan liggen. Problemen weren in plaats van ze op te lossen….
Er zijn in Brussel heel wat daklozenorganisaties. Ze staan in contact met elkaar en zijn complementair. Gevolg is dat daklozen heel ‘verspreid wonen’, niet alleen omdat de organisaties verspreid zijn, maar ook omdat functies verspreid zijn: slapen kan op de ene plaats, douchen op een andere plaats, en een park wordt als ‘living’ gebruikt.
Zaila Van der Steen van de organisatie Diogenes merkt op dat daklozen vooral geweerd worden uit de Brusselse vijfhoek, maar daar is juist de grootste concentratie van organisaties. Gevolg: dit brengt een ‘stroom’ van verplaatsingen op gang. Overdag gaan velen weg uit de vijfhoek, ’s avonds keren ze terug.
‘Heel herkenbaar’ zegt Kris Roels over deze bevindingen. Hij werkt voor ATD Vierde Wereld mee in het Collectief Straatdoden.