In het beste geval zullen de beloofde 10.000 laptops voor kwetsbare gezinnen pas over enkele weken op hun bestemming zijn. Bovendien geven scholen zelf aan dat er voor het secundair onderwijs alleen al minstens 18.500 moeten zijn om alle noden te lenigen. Voor armoedeorganisaties is het duidelijk. Scholen noch gezinnen zijn klaar voor pre-teaching. En de gezinnen in armoede, vluchtelingen, jongeren in kwetsbare situaties… al helemaal niet. En laat dat nu net de groep zijn, de leerlingen met zogenaamde ‘lage sociaal-economische status’ (SES), die in ‘normale’ omstandigheden al het grootste slachtoffer is van de ongelijkheid in ons onderwijs.
We hebben onze bezorgdheid reeds verschillende keren geuit over de moeilijkheden van het afstandsleren voor jongeren en kinderen in een maatschappelijk kwetsbare positie, zelfs met een (gratis) laptop. Maar als dat zonder laptop moet gebeuren is het alsof de leerkracht les geeft aan een klas waar de leerlingen geblinddoekt zijn.
We zien dat waar er lokale acties zijn, rond laptops of ondersteuning vanuit scholen, brugfiguren enzovoort, vele gaten worden opgevuld. Maar sommige problemen kunnen enkel ondervangen worden door beleid. De minister moet hier dringend het voortouw nemen.
We vragen dan ook dat er in de huidige omstandigheden maandag niet gestart wordt met het aanbieden van nieuwe leerstof. Er moet de komende tijd vooral ingezet worden op bijkomende ondersteuning. Leerkrachten moeten maximaal kunnen investeren in het aanhalen van de band met en stimuleren van de motivatie van elke leerling. Nieuwe leerstof aanbieden kan enkel wanneer aan deze voorwaarden is voldaan:
- De minister breidt éérst middelen uit voor brugfiguren, zorgleerkrachten, gezinsondersteuning… om alle gezinnen te bereiken. Zolang niet met alle leerlingen contact is, kan leerstof geen optie zijn.
- De nodige infrastructuur is beschikbaar en voldoende kwalitatief: Alle leerlingen hebben minstens voor de dagelijkse duur van de leeractiviteit (max. 4u per dag) toegang tot de nodige digitale leermiddelen. Er zijn voldoende toestellen in huis, ook voor BaO (bvb tablets voor kleuters) en OKAN. Er is een goed functionerende internetverbinding, Printer, inkt, papier. Er is voldoende ondersteuning m.b.t. digitale vaardigheden.
- De nodige programma’s zijn gekend: Alle leerlingen hebben de kans om de verschillende leerplatformen te testen en zich eigen te maken en krijgen daarvoor de nodige ondersteuning (onder meer één op één).
Willen we iedereen aan boord houden, dan kan het aanbieden van nieuwe leerstof enkel wanneer elke leerling in de digitale klas aanwezig is. Bovendien blijft vanaf dat moment de richtlijn dat nieuwe leerstof beperkt wordt tot essentiële leerinhouden, de leerinhouden die het meest relevant zijn voor de doorstroom. De minister communiceert dat dat betekent dat niet alle vakken aan bod moeten komen. Er wordt in het aanbod ook niet uitgegaan van ondersteuning door ouders.
Is de digitale klas niet haalbaar, streef dan maximaal voor een veilige leeromgeving in de buurt:
- Garandeer opvang op school voor leerlingen met (risico op) leerachterstand
- Creëer de mogelijkheid van onderwijs op locatie in kleine groepen
- Ondersteun de mogelijkheid van digitale leerplekken (met pc, internet en printer) in bibliotheken, Huizen van het Kind, gemeentelokalen, …
David de Vaal (Netwerk tegen Armoede)
Koen Trappeniers (Welzijnszorg)
Lut Vanden Buverie (Welzijnsschakels)
Ikrame Kastit (Uit De Marge)
Kristel De Vos (Samenlevingsopbouw)
ATD Vierde Wereld (Marijke Decuypere)