Uit het nieuwe nummer van Oikos Tijdschrift (2018/4 – nr. 88)
‘We zijn begonnen met het tuintje van tanteke en ondertussen bewerken we al tien tuinen.’ Jan Ruet, vrijwilliger bij de Leentuinvrienden in Willebroek, klinkt enthousiast. Ik sta samen met hem in het allereerste leentuintje, aan de sociale woning van zijn tante. ‘Tanteke kan na enkele zware operaties haar tuin niet meer zelf onderhouden, dus doe ik het voor haar.’ De tuin is een lust voor het oog. Ik zie kruiden, fruit en verschillende groenten kriskras door elkaar geplant. ‘Zo kunnen we het gebruik van pesticiden vermijden’, legt Jan uit. Planten geven geuren af waarmee ze bepaalde insecten kunnen afstoten of misleiden. Zo kan je bijvoorbeeld wortels naast ajuinen planten. De geur van de ajuinplant misleidt de wortelvlieg en tegelijkertijd wordt de uienvlieg misleid door de geur van wortels. ‘Dat is combinatieteelt.’ Jan leidt me verder door de eetbare jungle. Ik moet uitkijken waar ik loop, want overal groeit wel iets. ‘Ruik eens, Marokkaanse munt.’ Hij rolt een groen blaadje tussen zijn vingers en houdt het onder mijn neus. ‘En daar staat ook nog pepermunt en witte munt.’ Overal valt iets te ruiken en te proeven. Ik steek een vuurrood kerstomaatje in mijn mond. ‘Lekker sappig hé?’, zegt Jan. ‘Veel beter dan in de winkel, daar proeven ze zo flets.’
De leentuinen zijn een initiatief van de lokale groep van ATD Vierde Wereld, een vereniging waar armen het woord nemen. Vijf jaar geleden zat de groep samen om een volksuniversiteit voor te bereiden met als thema ‘samen de wereld sparen’. Tijdens de volksuniversiteiten dialogeren mensen in armoede en medestanders met elkaar over maatschappelijk belangrijke thema’s.[1] Al snel blijkt dat de leden van de groep enthousiast zijn om mee te denken en mee te doen aan acties voor een groene, gezonde en duurzame samenleving. Jan stelt tijdens de vergadering voor om een project op te starten om milieuvriendelijk te tuinieren. ‘Verschillende tuinen in de sociale woonwijk lagen en liggen er verwaarloosd bij omdat mensen ze niet zelf kunnen onderhouden, bijvoorbeeld door ziekte of invaliditeit. Met sluikstorten als gevolg. Daarnaast zijn er een heel aantal mensen uit de appartementsblokken die geen eigen tuin, maar wel groene vingers hebben. Via de leentuinen proberen we een oplossing te bieden.’ Pluspunt: wie de grond bewerkt, heeft een zinnige bezigheid en de eigenaar van de grond kan een deel van de opbrengst als vergoeding krijgen.
‘Via dit project kunnen we ook aan menselijkheid werken.’ vult Jan aan. ‘Door de verstedelijking en de drukte kennen we elkaar niet meer zo goed.’ Jan vertelt het met enige tristesse in zijn stem. ‘Ook kunnen mensen hun talenten ontdekken en ontplooien door in de tuin te werken. En we brengen hen in contact met gezonde en verse voeding.’ Een recept voor succes. Al snel contacteren de hobbytuinders de gemeente. Die is meteen enthousiast en start een databank waarin mensen hun tuintje kunnen laten opnemen. ‘We vonden het van in het begin belangrijk om ecologisch te tuinieren. Daarom volgden we een opleiding bij Velt (Vereniging voor ecologisch leven en tuinieren, nvdr).’
Een tweede tuin ligt achter een leegstaand huis van de Volkshuisvesting. De Leentuinvrienden mogen het huis en de aanpalende garage gebruiken om hun spullen op te bergen. En dat zijn er ondertussen heel wat: schoppen, harken, emmers, een remork,… ‘We hebben heel veel gereedschap gekregen,’ legt Jan uit terwijl we het huis binnenstappen. ‘En voor de rest van het materiaal kunnen we rekenen op subsidies of projectsteun. De voorbije drie jaar hebben we bijvoorbeeld steun gekregen van de Koning Boudewijnstichting.’ We gaan naar de eerste verdieping. Ik zie een aantal fietsen staan en gereedschap. ‘Een van onze leden herstelt graag fietsen voor de mensen in de buurt. Gratis natuurlijk.’ In de verte hoor ik kippen kakelen. ‘Het zijn er een stuk of vijftien. En we hebben ook nog een kalkoen’, lacht Jan terwijl we de woning verlaten en de tuin binnenstappen. ‘Het zijn nuttige beesten. De bewoners in de buurt houden hun groente- en keukenafval bij. Ik haal het afval op in emmers en geef het aan de kippen. Dat is ecologischer en goedkoper aangezien restafval betalend is.’
Het valt me op dat er geen composthoop is, dus ik vraag me af hoe ze de grond bemesten. ‘In het begin hebben we een cursus gevolgd bij de compostmeesters. Maar nu hebben we geen compost meer, de kippen eten alles op. We gebruiken EM© als bodemverbeteraar en bemestingsstof.’ Jan haalt een plastic fles tevoorschijn gevuld met een bruine vloeistof. EM is een combinatie van Effectieve Micro-organismen, die vrij in de natuur voorkomen. De micro-organismen hebben elk hun specifieke taken, maar bevorderen ook elkaars werking. EM bevat onder andere melkzuurbacteriën, gisten en fotosynthetiserende bacteriën die de bodemkwaliteit en -vruchtbaarheid verbeteren. De toepassingsmogelijkheden zijn volgens Jan nagenoeg eindeloos, niet alleen in de tuin. ‘We hebben EM leren kennen via een lid van de lokale groep, die gebruikte dat om te kuisen. EM is een uitstekend schoonmaakmiddel. Je kan er je vloer en toilet mee schoonmaken, je vaat mee wassen en je was wordt er zachter door.’ Ik draai de dop van de fles, de vloeistof ruikt weeïg maar ook zoet. ‘De organismen leven van rietsuikermelasse, vandaar de bruine kleur’, legt Jan uit. ‘In het begin kochten we de EM kant-en-klaar aan, maar nu kweken we hem zelf.’ Ik neem een fles mee, want ik kan er volgens Jan de herbruikbare luiers van mijn dochter mee uitwassen. ‘We gebruiken de EM ook bij het omzetten van groente-, fruit- en tuinafval in meststof. We doen dit met een bokashi-keukenemmer.’ Bokashi is Japans voor gefermenteerd organisch materiaal. De organische materialen worden luchtdicht verpakt waardoor een fermentatieproces ontstaat. Bokashi is voeding voor de goede micro-organismen die in de bodem leven. De populatie van gunstige micro-organismen kan hierdoor groeien waardoor de aanwezige schadelijke bacteriën, schimmels en virussen geen schijn van kans hebben.[2] ‘Als je bij ons lid wordt, krijg je de EM en bokashi gratis. Je hebt bovendien recht op een eenmalig startbudget voor je tuin, het gebruik van het tuinmateriaal en de gemeenschappelijk aangekochte zaden.’
Het derde tuintje dat we bezoeken is van een bejaarde dame. ‘Zowel mensen die hun tuintje willen laten bewerken als mensen die een tuin zoeken kunnen nu bij de bibliotheek terecht. De bib heeft zelfs een zadendatabank.’ Jan loopt meteen naar het huis en klopt op het raam. ‘Ze zou kwaad zijn als ik haar geen goeiedag kom zeggen.’ Ik voel dat de nadruk minder ligt op de productie van groenten en meer op het contact tussen de tuinders en de buren. ‘Ja, het sociale is heel belangrijk’, beaamt Jan. ‘We zijn ondertussen met een achttal tuiniers, maar daar stopt het niet. We willen er met de Leentuinvrienden zijn voor iedereen in Willebroek, zeker voor mensen die het moeilijk hebben. Elke dinsdag komen wij met een grotere groep samen in het buurtlokaal van residentie Herselaar. We verdelen de geoogste groenten en fruit onder de leden. Soms maken we samen soep of confituur. Of we zaaien samen.’ Daarnaast organiseert de groep jaarlijks heel wat activiteiten, zoals een nieuwjaarsreceptie, een zomeruitstap en een barbecue in september. ‘We verwachten op die activiteiten dat de leden van de vereniging een handje komen toesteken. Ieder draagt zijn steentje bij, dat is een belangrijk principe voor ons.’
Ik vraag Jan of er nog uitdagingen zijn voor de leentuinen. ‘Omdat we met een grote groep zijn, is het niet altijd gemakkelijk om iedereen bij elkaar te houden. Iedereen heeft zo zijn eigen ideeën over wanneer zaaien en wanneer oogsten. Vorige zomer zijn er bijvoorbeeld wel wat groenten verloren gegaan omdat we te laat geoogst hadden. En de klimaatopwarming wordt ook een grote uitdaging. Door de extreem warme zomer zijn heel veel groenten doorgeschoten.’ We maken nog een praatje met de dame die vertelt over haar mogelijke verhuis naar een nieuwe sociale woning. Ik vind het jammer om de tuinen achter te laten, het zijn groene oases van rust. ‘Hier nog wat eitjes en een paar kerstomaatjes om mee naar huis te nemen.’ Dat wordt een ecologische en solidaire omelet vanavond.
Evelien Lambrecht
[1] Meer info over ATD Vierde Wereld en de volksuniversiteit vind je op www.atd-vierdewereld.be.
[2] Kritische noot. Uit de studie ‘EM: Effectieve Micro-organismen of Effectieve Magie?’ van de Wetenschapswinkel van Wageningen UR in opdracht van Velt vzw, blijkt dat de resultaten van het gebruik van EM zeer variabel kunnen zijn en dat er geen aantoonbaar positief effect is van het toevoegen van EM. (http://edepot.wur.nl/24562). Toch zijn de ervaringen van de Leentuinvrienden met het gebruik van EM zeer positief.