In september 2020 sprak Tammy Mayes uit het Verenigd Koninkrijk namens ATD Vierde Wereld op een webinar over “armoede-bewust” sociaal werk. Ze beschreef hoe maatschappelijk werkers haar familie van verwaarlozing beschuldigden omdat ze gebruik maakten van een voedselbank.
Armoede is geen verwaarlozing
‘Hallo, mijn naam is Tammy. Ik ben echtgenote, en moeder van vier kinderen: twee jongens, van 21 en 20 jaar oud, en twee meisjes, 16 en 14.
Om te beginnen zou ik willen zeggen dat armoede geen verwaarlozing is.
Toen onze jongens nog heel klein waren, werden we door omstandigheden dakloos. De sociale dienst zorgde uiteindelijk voor een dak boven ons hoofd, maar alleen voor mij en mijn jongens. Mijn man mocht niet met ons mee. Ze brachten me onder in een B&B, zonder mijn familie en man in de buurt. Ik moest de B&B om 8 uur ‘s morgens verlaten en ik mocht pas om 19 uur terugkomen. In mijn eentje met twee baby’s was dat een nachtmerrie. Dat was armoede, geen verwaarlozing.
Jaren later moest mijn gezin beroep doen op een voedselbank net nadat we terugkwamen van vakantie. Een heel jaar hadden we voor die vakantie gespaard. Toen ging onze wasmachine stuk en we moesten op hetzelfde moment ook de gemeentebelasting betalen. Er werd gezegd dat we naar de voedselbank gingen omdat we niet wisten hoe we moesten budgetteren en dat het aantoonde dat we onze kinderen verwaarloosden.
Maar het was armoede, geen verwaarlozing. Maatschappelijk werkers die ook verandering willen, en aan wie ik dat verhaal vertelde, waren geschokt door onze ervaring. Maar zoals dit verhaal van mij zijn er heel veel verhalen.
Hulpverleners lijken bevooroordeeld tegenover mensen in armoede
Ouders kunnen het gevoel hebben dat professionals bevooroordeeld zijn ten opzichte van mensen in armoede. Wat die hulpverleners (en het zijn allemaal professionals: scholen, dokters, geestelijke gezondheidszorg, maatschappelijk werkers) niet lijken te begrijpen is dat de meeste mensen in armoede alles op alles zetten om anderen te helpen.
Ze leven van slechts één maaltijd of een kom ontbijtgranen, alleen maar zodat hun kinderen geen honger hoeven te lijden […] Ze kunnen misschien niet dezelfde dag dat de schoolschoenen stuk gaan of de broek te klein wordt nieuwe gaan kopen, maar ze doen het zodra ze kunnen.
Mensen in armoede budgetteren wel degelijk alles, maar er is gewoon geen geld over voor noodgevallen.
In alle lagen van de bevolking bestaan er mensen die hun kinderen verwaarlozen, maar dat wil niet zeggen dat alle ouders die arm zijn dat doen. Niemand kiest voor armoede of handicaps. […] Toch verwijt men ons dat het onze eigen schuld is. We hebben voortdurend het gevoel dat we gediscrimineerd worden en dat is verkeerd. Want armoede is helemaal niet hetzelfde als verwaarlozing.
Sociaal werkers hebben een “armoede-bewuste praktijk” nodig
Het volgende wat ik wil zeggen is dat een armoede-bewuste praktijk de waardigheid herstelt.
Ik ben al 18 jaar bij ATD Vierde Wereld betrokken als familielid, en ondertussen 10 jaar als militant. Ik heb veel gedaan met ATD. Eén van die dingen was het project ‘The Roles We Play’. Uit dat project ontstonden een boek én een tentoonstelling die allebei lieten zien dat mensen in armoede niet allemaal nietsnutten zijn: we doen dingen in onze gemeenschap en we hebben doelen. […]
Wat me duidelijk werd, is dat een positieve relatie me hulpverleners heel belangrijk is. Ouders oordelen over maatschappelijk werkers en maatschappelijk werkers oordelen over ouders, maar we zouden beiden moeten openstaan voor de andere kant.
Goede relaties tussen ouders en maatschappelijk werkers zijn niet onmogelijk. Tegen hulpverleners zou ik willen zeggen: We zijn niet zo verschillend. Wij zijn mensen net als jullie. Wij hebben ook ideeën en waarden, net als jullie. Ook wij willen onze kinderen beschermen, net als jullie. Behandel ons als mensen en niet als een nummer en begrijp dat het gezinsleven zonder handleiding komt. […]
Een cruciaal principe bij het veranderen van het systeem is openstaan voor de dynamiek van het gezin zelf, en niet alleen vertrouwen op wat er in een rapport staat. Eén maatschappelijk werker was geweldig. Toen ze in ons leven kwam, zei ze dat de rapporten voor haar tijd opgesteld waren en dat ze ons als gezin wilde leren kennen. […] We werkten goed samen en we spraken openlijk met haar. Maar we hebben altijd met de sociale diensten samengewerkt, ook als we het niet met hen eens waren. Waarom? Simpel: onze kinderen komen op de eerste plaats.
Tot slot wil ik u vertellen hoe belangrijk het is dat ouders zelf hun belangen kunnen behartigen en ook hoe belangrijk de ondersteuning door lotgenoten is.
Een voorbeeld van effectieve gezinshulp
Shaeda is een gezinsondersteuner en pleitbezorger van ATD die gezinnen helpt met de dingen die ze in hun leven aan de hand hebben, maar tegelijkertijd vertelt ze ons niet wat we moeten doen.
Ze heeft ons gesteund toen onze dochters in een kinderbeschermingsplan terecht kwamen omdat sommige hulpverleners ons beschuldigden van verwaarlozing en ze heeft ons geholpen om het hoofd koel te houden. Als je zoiets meemaakt, ga je door heel veel verschillende emoties: je bent van streek, boos, je voelt je een mislukkeling terwijl je tegelijkertijd het gevoel hebt dat je niets verkeerd hebt gedaan. En je maakt je zorgen over wat er gaat gebeuren, of ze de kinderen zullen weghalen.
Ik was vaak bang dat ik dingen niet begrepen had. Het is heel moeilijk om te luisteren naar wat er gezegd wordt in vergaderingen met allerlei bevoegde instanties, als het over zulke emotionele zaken gaat. Je doet je best om niet te laten merken dat je boos bent en daardoor kun je missen wat er gezegd wordt. Shaeda maakte aantekeningen tijdens al onze vergaderingen en nam de extra tijd om al het papierwerk met ons door te nemen. Ze was ook iemand die ons gezin begreep.
Shaeda stond aan onze kant en dat wisten we. Zij was iemand met wie we konden praten over wat er aan de hand was, zodat we ons door het juridische jargon heen konden slaan en goed konden begrijpen wat er aan de hand was.
Peer support
Lid zijn van ATD Vierde Wereld stelt je ook in staat om andere ouders te ontmoeten die soortgelijke dingen hebben meegemaakt. Het geeft je een lotgenotennetwerk, een klankbord. Je hebt altijd iemand die het zelf ook heeft meegemaakt om mee te praten als je een slechte dag hebt en andersom. Je voelt je gehoord, gesteund en je kan elkaar advies geven. Tijdens de hele procedure had ik vrienden van ATD met wie ik kon praten als het te veel werd. Veel van mijn vrienden buiten ATD hebben het niet meegemaakt en konden het niet begrijpen.
ATD verenigt ook ouders zoals wij, zodat we samen kunnen nadenken en actie ondernemen. […]
Bijna tien jaar nu leid ik (als ervaringsdeskundige) maatschappelijk werkers mee op. In het begin was het vreemd omdat we het over onze eigen ervaringen hadden: hoe we vonden dat maatschappelijk werkers zijn, en wat er anders zou moeten. Naarmate het project vorderde, is dat veranderd: we raakten bevriend met de maatschappelijk werkers, we werkten samen. En we leerden van elkaar.
Daardoor kunnen we het nu ook zelf van de andere kant bekijken, omdat onze betrokkenheid bij het trainen van maatschappelijk werkers ons helpt om dingen te begrijpen vanuit hun oogpunt. We kunnen zien dat ook zij onder druk staan, van hun managers. […]
Voor mij dat heel belangrijk, en geruststellend, dat in het eenzame gevecht tegen het systeem, de hulpverlening niet per se tegen ons is, maar ook aan onze kant staat.
Deze tekst staat in een langer artikel op de website van ATD-UK over de inspanningen om armoedebewust sociaal werk te promoten.