‘Iedereen praat over jou en spreekt in jouw plaats, maar als je zelf probeert je uit te drukken of iets uit te leggen, dan negeren ze je, behandelen je neerbuigend of verdraaien je woorden en gebruiken die tegen jou. Je voelt je compleet machteloos.’ Dit is een ervaring van kennisonrecht. Een eeuwenoud fenomeen dat door de filosofe Miranda Fricker benoemd werd.
Een gemengde groep van filosofen, militanten, medestanders en volontairs van ATD kwam in de periode 2019-2022 geregeld samen, fysiek en digitaal. Dit was een onderzoeksproject ‘sociale filosofie’ van de internationale beweging ATD Vierde Wereld. Een militante: ‘Niet iedereen heeft zware studies gedaan en niet iedereen heeft ervaring met grote armoede. Dus kunnen we allemaal van mekaar leren’. ATD Vierde Wereld oefent hier al jaren op en heeft een naam voor de methode: Kruising van Kennis. Het is de logica zelve, maar het is iedere keer een intensieve evenwichtsoefening.
De resultaten werden in december 2022 in Parijs voorgesteld aan een groep van tweehonderd mensen uit verschillende landen. Ook Saskia Jacobs, een militante uit Leuven, ging luisteren. Dat was een hele kluif: in het Frans, met termen die je ook in je eigen taal niet elke dag gebruikt en filosofen die zich op het podium al eens bezondigden aan professorentaal. Maar in de werkgroepen werd er goed naar mekaar geluisterd en was er gelijkwaardigheid. Ook over de gesprekken in de wandelgangen was Saskia vol lof.
Over geloofwaardigheid en gaten in een begrippenkader
Drie jaar duurde het onderzoeksproject ‘sociale filosofie’ en er werd op drie sporen gewerkt: recht, verzet en kennisonrecht. Over dat derde spoor vertellen we hier wat meer.
Wat jij zegt, telt niet mee. Je bent een getuige die niet geloofd wordt. Je wordt niet erkend als wetende. Dus kan je ook niet deelnemen aan de kennisuitwisselling in een gemeenschap. Waarom ben je niet geloofwaardig? Omdat je zwart bent, vrouw, of arm. Omdat er vooroordelen spelen. Dit is ‘getuigenisonrecht’, de eerste vorm van kennisonrecht. De term is bedacht door professor Miranda Fricker[i]. Ze spreekt van ‘Epistemic Injustice’. Ze ontwikkelde haar theorie vooral vanuit seksisme en racisme. Maar, zegt ze aan leden van de onderzoeksgroep die haar interviewden, het gaat net zo goed over mensen in armoede, over alle groepen die op een of andere manier in de marge geduwd zijn. [ii]
De tweede vorm van kennisonrecht is interpretatieonrecht. Dat draait om de middelen die je hebt om jezelf en je situatie te begrijpen. Als er gaten zitten in jouw begrippenkader of in dat van de maatschappij, dan kun je de eigen sociale situatie onvoldoende begrijpen en er ook niet over communiceren.
Frickr geeft het voorbeeld van Carmita Wood, een administratief medewerkster aan een prestigieuze universiteit in de VS, die onaangename dingen meemaakte waar ze niet goed mee overweg kon. Een gerespecteerde docent maakte seksueel getinte toespelingen, kwam altijd ‘per toeval’ aan haar borsten en kuste haar zonder haar toestemming in de lift. Wood kreeg zoveel stress dat ze niet meer in staat was te gaan werken, maar toen ze bij de aanvraag van haar uitkering moest aangeven wat het probleem was, kon ze het niet omschrijven. Ze schaamde zich. Uiteindelijk vulde ze ‘persoonlijke redenen’ in en kreeg de uitkering niet. Veel later zat ze in een groep met andere vrouwen die dezelfde ervaringen deelden. Ze bedachten een term die vandaag nog in gebruik is: seksuele intimidatie.
Kennis bundelen opent deuren naar verandering
De eerste neerslag van het project bestaat uit opnames, een rapport en artikels. Hieronder enkele gedachten die aan bod kwamen bij het thema ‘kennisonrecht’. [iii]
Wat met onze verschillen? Zoeken we naar wat we gemeenschappelijk hebben? Dan speuren we in de ander naar ons eigen spiegelbeeld en zal ons gezichtspunt nooit veranderen. Of gaan we ervan uit dat onze verschillen geen obstakels zijn, maar een bron van kracht? Dat gaf aanleiding tot veel discussie in de groep. ‘We kozen ervoor deze onenigheid in de groep te laten bestaan, omdat juist daardoor verschillende oplossingen kunnen opduiken voor wat we willen: het kennisonrecht aanpakken.’
Kunnen mensen in armoede verandering brengen in de dominante voorstelling die de maatschappij van hen heeft? Ja, maar dan hebben ze dubbel werk. Als eerste taak moeten ze hun ervaring en zichzelf kunnen beschrijven in andere termen dan degene die de maatschappij hen opdringt.
De militanten van ATD spraken over het belang van de Volksuniversiteit van de Vierde Wereld als een plaats waar je jezelf durft uiten, je visie geven.
“Er wordt naar je geluisterd. En door naar anderen te luisteren, herken je jezelf, leer je je niet te schamen om te spreken en te denken. Je ontdekt een andere versie van jezelf dan de versie die door de maatschappij is opgelegd.”
Ze moeten bovendien ook kennis vergaren die hen in staat stelt de problemen te benoemen en oplossingen te vinden. Dat is de tweede taak.
“We moeten deze kennis eerst onderling opbouwen zodat we ze kunnen vergelijken, verfijnen en verifiëren. Dan zullen we meer vertrouwen en enthousiasme hebben om deze kennis op tafel te leggen en te vergelijken met andere kennis, zoals die van professionals en academici. Anders zijn het alleen hun woorden die er staan en die tellen.”
Ook Saskia ondervond dat het goed en nuttig is om zowel in groepen met gelijken als in gemengde groepen te werken. Zowel filosofen als mensen in armoede moeten eerst vrijuit en ongeremd in eigen kring kunnen praten.
De oorzaken van kennisonrecht liggen bij de negatieve stereotypen over bepaalde sociale groepen. Die moeten eerst herkend worden en hun geschiedenis geschreven om te vermijden dat ze nog doorgegeven worden. Daarbij rijst de vraag: welke privileges houden deze stereotypen in stand? Alle hens aan dek zal nodig zijn om hier tot een antwoord te komen.
In de jaren ’50 en ’60 van de vorige eeuw dacht men dat de economische vooruitgang de armoede had uitgeroeid. Maar dat bleek een mythe. Men begon dan te spreken over ‘onaangepaste gezinnen’. ATD Vierde Wereld sprak van ‘sociale uitsluiting’, dat is een omkering van het perspectief.
Sommige politieke veranderingen worden mogelijk na een culturele verandering . Alle culturele verandering wordt gevoed door kennis die wordt gebundeld, besproken, verwerkt, ontwikkeld en gedeeld. Het is de verspreiding van deze kennis die de deur opent naar een ander begrip van de wereld, naar andere verhalen, naar een andere kijk op wat mogelijk is en uiteindelijk naar het ontkiemen van veranderingen in de samenleving. Op zoek gaan naar de kennis van mensen en bevolkingsgroepen die in extreme armoede leven, betekent de mogelijkheid scheppen evidenties radicaal in vraag te stellen.
Kennisondeugden: drie plus twee
José Medina[iv] kijkt naar dominante groepen. Die hebben de neiging om het verwerven en verspreiden van kennis te verhinderen. Hij noemt dat kennisondeugden en ziet er drie: arrogantie (ik weet alles, jij weet niets, ik heb altijd gelijk), luiheid (gebrek aan interesse voor sommige aspecten van het sociale leven, wat ook kan voortkomen uit de keuze om afstand te houden en niet betrokken te raken bij sommige realiteiten) en een gesloten geest (daarvan heb ik nog nooit gehoord, dus zal het niet waar zijn).
De onderzoeksgroep voegde er twee ondeugden aan toe. De zelfzekerheid van mensen wier projecten meestal wel lukken. Dat kan gepaard gaan met misprijzen en onbegrip voor hen die in het leven de ene mislukking na de andere opstapelen. En dan is er ook nog het ‘kennisegoïsme’, de weigering om kennis te delen, de wil om de ander in onwetendheid te laten en zelf de dominante positie te behouden.
Ruimte in je hoofd
Het was een leerrijk traject. ‘Het heeft in ieder van ons iets veranderd’ zei een deelnemer.
Filosofie lijkt een ‘ver van mijn bed show’, zegt Saskia, maar is het niet. ‘De wereld wordt breder, het geeft ruimte in je hoofd, het is praktisch toepasbaar.’
M.T. Poppe
Meer weten over het onderzoeksproject ‘sociale filosofie’?
Er staan enkele Franstalige artikels hierover op onze internationale website:
Il faut nous parler
Être dépossédé de son travail
Une philosophie comme support d’action
Une seminaire de philosophie sociale pour “casser les murs de l’exclusion”
Rudy Befahy, Alain Fanchon, Marie Garrau, Mariana Guerra, Álvaro Iniesta, Déogratias Kankele, Honorine Kouamé, Cécile Lavergne, Priscillia Leprince, Marie Joe Toussaint en Jean Venard namen deel aan het project ‘sociale filosofie’. We steunden op hun artikel over kennisonrecht (zie voetnoot 3)
Sigrid Wallaert, filosofe en doctoraatsonderzoeker (UGent), schreef net een boek waarin voor het eerst in het Nederlands de theorie van professor Miranda Fricker wordt uitgelegd. Daarvan maakten we dankbaar gebruik om de twee vormen van kennisonrecht uit te leggen.
Sigrid Wallaert, Kwaad spreken: Wie gelooft de boze vrouw? (Letterwerk, 2023)
1 Miranda Fricker is een Britse filosofe die studeerde in Oxford en nu professor is aan de New York University.
[ii] ‘Toward Epemistic Injustice’ in Revue Quart Monde 265 (2023/1) en www.revue-quartmonde.org
[iii] Bron: ‘Penser ensemble les injustices liées au savoir’ in Revue Quart Monde 265 (2023/1) en www.revue-quartmonde.org
[iv] José Medina, Amerikaans filosoof en professor