Vorige week bereikte ons het droevige nieuws van het overlijden van Régis De Muylder. Als volontair en steunpilaar van de Beweging heeft Régis een lange en toegewijde geschiedenis bij ATD Vierde Wereld. Hieronder delen wij met jou het eerbetoon dat het internationaal team voor hem schreef.
Beste vrienden,
Nu we met velen over de hele wereld aangegrepen zijn door het overlijden van Régis De Muylder, doen we een poging om te getuigen van zijn engagement aan de zijde van heel arme gezinnen in Guatemala, Haïti en België, en van zijn engagement in het uitbouwen van ATD Vierde Wereld en het voluntariaat.
Régis en zijn vrouw Roseline kiezen in 1982 voor het voluntariaat van ATD Vierde Wereld. Enkele maanden later, in juli 1983 komen ze aan in San Jacinto in Guatemala. Ze zijn jonge, Belgische volontairs, ouders van een dochtertje van 2, en allebei arts. Het geeft Père Joseph vertrouwen en het stemt hem hoopvol dat volontairs als deze zich willen inzetten voor zijn volk.
Régis lijkt onvermoeibaar. Vroeg in de ochtend stapt hij kilometers ver op weg naar een kind dat gewond is, hij klautert bergpaden op om een moeder te verzorgen die ondervoed is, een bergbeek steekt hij zonder aarzelen over.., zijn aandacht voor elke bewoner van dit dorp en zijn 21 gehuchten lijkt onbegrensd. Dat een dokter te voet tot bij hen komt is onvoorstelbaar voor deze mensen die van geen tel zijn in hun eigen dorp. Enkele jaren later is een andere volontair verbaasd dat zoveel kinderen in de bidonville van Santa Fe ‘Régis’ heten. Door hun kind naar hem te noemen, drukten ouders hun erkenning en waardering uit voor Régis, die het leven redde van zoveel mensen.
Wat hij doet als arts wekt veel bewondering op, maar Régis gaat verder. Samen met zijn team wordt hij gedreven door het belang van gemeenschap. Mensen maken deel uit van een gemeenschap en deze gemeenschap geeft mensen de kans om vrij te worden. Het team van San Jacinto dompelt zich onder in deze gemeenschap en dat wakkert engagement aan bij jongeren. Sommigen worden volontair of engageren zich in de gezondheidszorg. Vrouwen en mannen engageren zich in de Beweging als militant voor hun volk.
Die gevoeligheid voor mensen en hun gemeenschap brengt Régis en Roseline er ook toe om projecten uit te werken rond kennis en gezondheid. Niet enkel het handelen van een dokter is bepalend voor de gezondheid, maar ook de middelen en de kennis van een gemeenschap om zorg te dragen voor elkaar, zorg te dragen voor de kleine kinderen die hun trots en toekomst zijn. Gezondheid is ook een taak voor de overheidsdiensten. Régis ontmoet andere dokters en gaat naar ziekenhuizen om jonge dokters te trainen in hun betrokkenheid bij mensen. In samenwerking met de universiteit van San Carlos wordt die actie ten volle ontplooid in de hoofdstad van Guatemala, op het afvalstort waar tal van gezinnen overleven. Ook later in Haïti, in Port-au-Prince, bouwt hij die actie verder uit tijdens twee lange verblijven, afgewisseld met een opdracht in het team internationale relaties en daarna in België.
Tijdens zijn opdracht in het team internationale relaties werkt Régis mee aan het boek ‘De allerarmsten bereiken’, dat voortvloeide uit een onderzoek op vraag van UNICEF. Vanuit zijn ervaring in San Jacinto en acties elders in de wereld, diept Régis uit wat hem bezig houdt en wat hem drijft in zijn engagement: hoe slagen we erin om diegenen te zien die uitgeput zijn, die verstoten worden, hoe geven we voorrang aan hen, hoe zorgen we ervoor dat een gemeenschap fier kan zijn dat ze erin slaagt om alle leden te ondersteunen. Samen met anderen zoekt hij uit hoe de krijtlijnen zichtbaar kunnen worden om de armsten te bereiken.
Als algemeen secretaris in België blijft hij zich vragen stellen bij de acties van de Beweging: « Welke steun bieden wij eigenlijk aan gezinnen in diepe armoede? Helpt ons engagement deze gezinnen beter om te gaan met de situatie waarin zij leven? En verbetert deze situatie uiteindelijk? In dat verband lijkt het project in Luik gericht op de allerkleinsten me zeer belangrijk. ».
Hij heeft de indruk dat de Beweging « een tegenstroom creëert tegenover de evolutie van onze samenleving die altijd maar minder ruimte geeft aan de allerzwaksten, die zich tevreden stelt met maatregelen om de armoede wat meer leefbaar te maken, maar zich nooit de vraag stelt waardoor deze armoede veroorzaakt wordt en waarin de dialoog met mensen in armoede vaak uit eigenbelang gevoerd wordt. ».
In 2010 zijn Régis en Roseline bereid terug te keren naar Port-au-Prince, dat verwoest is door een aardbeving. De volontairs ter plekke zijn getuigen van de verwondering en de vreugde van de Haïtiaanse gezinnen bij de terugkeer van dokter Régis. Met Roseline en de rest van het team aanvaarden zij de beperkingen van een leven waarbij water en elektriciteit niet elke dag beschikbaar zijn.
De bestaande actie ‘kennis en gezondheid’ wordt ‘kennis, gezondheid en participatie’ en maakt op die manier duidelijk dat men geen duurzaam resultaat kan bereiken zonder de participatie van de allerarmsten, zonder hun aandacht voor de andere, zonder hun hoop op een betere toekomst die ze levend houden voor hun kinderen.
In 2022, tijdens een seminar over hun ervaringen in Haïti, vertelt Roseline hoe gezinnen in de wachtrij aan het Vierde Wereldhuis haar wezen op een man met een kind op de arm en aangaven dat hij mocht voorgaan. Dat de allerarmsten voorrang geven aan iemand die er nog erger aan toe is, wie vindt dat vanzelfsprekend? Deze gezinnen doen dat, omdat ze er getuige van zijn geweest, omdat ze ondervonden hebben dat ze trots voelen wanneer ze niemand achterlaten.
Opmerkelijk is ook dat Régis, ondanks de moeilijke werkomstandigheden, beroepsernst blijft eisen en aanleren. Hij voert een gezondheidskaart in die toegang geeft tot basiszorgen en experimenteert zo met een sociale zekerheid samen met diegenen die er het meest van verstoken zijn. Régis wordt gangmaker van een project voor het land, een project van sociale bescherming dat onze wereld van vandaag interpelleert. Dat bleek ook toen hij het woord nam in een commissie van de Mensenrechtenraad in Genève en tijdens enkele werkdagen aan de Sorbonne universiteit in Parijs.
Een andere gemeenschap die voor Régis van levensbelang is, is die van de volontairs. Hij stelt hoge eisen aan die gemeenschap en durft dat ook hardop te zeggen. De zoektocht naar dat ideaal maakt hem soms ontevreden. Soms wordt hij goed begrepen, soms is het moeilijk. Hij beleeft de assises van het voluntariaat als constructieve momenten waar we elkaar ertoe aanzetten verder te gaan in ons engagement. Hij weet de volontairs ook op te vrolijken met zijn bijzondere gevoel voor humor, met zijn unieke imitaties van Raymond Devos.
De volontairs van zijn generatie hadden hem onlangs gevraagd deel uit maken van de werkgroep die de keuzecriteria moet vastleggen voor de benoeming van de leden van het internationaal team van de Beweging. Omdat hij aan de betere hand leek, aanvaardde Régis deze taak. Hij was erg gemotiveerd om hieraan bij te dragen maar moest later toch, zoals hij het verwoordde, « een stapje terugzetten».
Menselijk engagement was essentieel voor Régis. In 2007 schreef hij hierover: « Het verhaal van onze Beweging is er een van menselijk engagement. Men mag zoveel ideeën verkondigen als men wil, zelfs de meest geniale en innoverende, als er binnen de Beweging geen mensen zijn die zich inzetten om ze te realiseren, heeft de Beweging geen toekomst meer. ». Hij bleef altijd discreet over wat engagement voor hem persoonlijk inhield. Hij verkoos de oprechtheid ervan te laten blijken uit wat zijn engagement teweegbracht.