Interview met Jean Tonglet over teksten van Joseph Wresinski, over archieven en over zijn eigen geschiedenis als volontair
Al 40 jaar werkt Jean Tonglet als volontair voor ATD Vierde Wereld. Gepassioneerd door geschiedenis en het geschreven woord, graaft hij in de archieven van Joseph Wresinski en de beweging, op zoek naar interessante teksten.
40 jaar engagement
Hoe leerde je ATD Vierde Wereld kennen? Dat gebeurde in 1968, toen ik twaalf was. Joëlle, mijn scoutsleidster, vroeg om bij haar huwelijk een schenking te doen aan ATD Vierde Wereld in plaats van cadeaus te geven. Zo raakte mijn familie gesensibiliseerd. Ik had veel bewondering voor mijn leidster, zeker toen ze met haar man naar een arme wijk in Frankrijk verhuisde. Vier jaar later werd ik weer herinnerd aan de beweging toen de televisie de documentaire “Ceux qui n’existent pas” uitzond. Dit was de eerste documentaire over de beweging in België. Hierdoor besefte ik dat er ook arme wijken waren in Brussel, waar ik toch geboren was. Na de secundaire school twijfelde ik over wat ik zou gaan studeren. Geschiedenis had mij altijd al geboeid, maar ik kon mij niet voorstellen wat ik concreet als historicus zou kunnen doen. Vanwege de handicap van mijn oudste broer, besliste ik de studies sociaal assistent aan te vatten. Tijdens mijn laatste jaar liep ik stage bij ATD Vierde Wereld. Ik bezocht voornamelijk families in armoede in Kuregem, een wijk in Anderlecht. Daarna wilde ik graag blijven. Ik schreef een brief naar Joseph Wresinski en werd uitgenodigd voor een ontmoeting in Pierrelaye. Sinds ’77 ben ik volontair en heb ik nooit iets anders gedaan.
Wat heb je als volontair gedaan? De eerste vijf jaar verbleef ik in Marseille waar ik mijn vrouw Monique leerde kennen. Na een tussenstop van een jaar in Noisy-le-Grand, trok ik in ‘83 opnieuw naar België om André Modave op te volgen als verantwoordelijke voor de nationale werking. Ik werkte eerst zes maanden op de studiedienst van de Gezinsbond, om de Belgische situatie opnieuw te leren kennen. Na mijn werkuren bracht ik elke avond nog een uur door met André. In ’84 volgde ik hem op als algemeen secretaris. Van ’88 tot ’92 was ik naast algemeen secretaris ook afgevaardigde voor ATD Vierde Wereld bij de Europese Unie. Vanaf ’92 kon ik me gedurende twee jaar fulltime op de EU richten. In ’94 ging ik terug naar Frankrijk om het secretariaat van het internationaal team in Pierrelaye te coördineren. Eind 2002 voegde ik me bij het team dat een nieuw archief voorbereidde. We hadden als opdracht de foto- en videotheek, het archief van Joseph Wresinski, de archieven van de acties en van de geschriften van de volontairs en militanten, samen te brengen in één enkel centrum in Baillet. Sinds ’96 ga ik ook twee à drie keer per jaar naar Rome om de contacten van de beweging met het Vaticaan te onderhouden. Met mijn gezin verbleef ik in 2000 een heel schooljaar in Rome, waar toen een replica van de steen werd onthuld. Ik werkte mee aan de voorbereidingen van dat evenement. In 2010 voelde ik de nood aan een bezinningsperiode. Omdat we nog altijd contacten hadden met de vrienden van de beweging in Italië trok ik samen met mijn vrouw voor 3 jaar ernaartoe. Begin 2014 kwamen we terug naar België.
Wat is je huidige taak? Naast het onderhouden van onze contacten met het Vaticaan, zet ik me in om teksten van de beweging en van Joseph Wresinski te laten uitgeven. In het archief van Joseph Wresinski zitten 300 conferenties, duizenden brieven : materie voor nog talloze boeken! Ik snuffel in de archieven, redigeer teksten en onderhoud contacten met uitgevers. Het is altijd weer een overwinning als een uitgeverij een boek of een tekst publiceert. Daarnaast werk ik mee aan de website over Joseph Wresinski. Het is een aantrekkelijke en interactieve site geworden met video’s, foto’s en korte teksten. Ik probeer ook zelf te publiceren. In 2007 verscheen het boek “Refuser la misère: une pensée politique née de l’action” dat teksten rond een zeker thema verzamelt. Recenter is “Joseph Wresinski: une pensée par jour”, een boek met 365 citaten van Joseph Wresinski, eentje voor elke dag. Mijn grote droom blijft een strip rond Joseph Wresinski te publiceren.
Schrift grift
Welke teksten van Joseph Wresinski spreken jou het meeste aan? Dat zijn die waarin hij spreekt over het belang van cultuur. Een mooi voorbeeld is het verhaal van de schoonheidsspecialiste die zich in het barakkenkamp van Noisy-le-Grand aanmeldde om te helpen en er een schoonheidssalon startte. Daardoor werd Joseph Wresinski in ’65 uitgenodigd voor het nationaal congres van de federatie van schoonheidsspecialisten. Hij gaf er een lezing over esthetiek en extreme armoede. Hij probeerde twee uitersten te verzoenen. Het is een profetische tekst: iedereen heeft behoefte aan schoonheid, dat wordt steeds meer erkend. Maar deze ideeën blijven revolutionair. Niet iedereen begrijpt dat ieder mens recht heeft op cultuur en schoonheid.
Ook de teksten waarin hij het belang van schrijven en geschriften onderstreept, spreken mij aan. Er is bv. die waarin hij uitlegt waarom het belangrijk is dat in de beweging alles wordt opgeschreven. Wij zeggen dat de armen onze leermeesters zijn van wie we kunnen leren. Daarom moeten we alles noteren wat zij in besprekingen naar voor brengen. Wat mij ook fascineert is de geschiedenis van teksten en gedachten. In ’87 publiceerde de beweging een belangrijke tekst over mensenrechten. Maar als je de archieven induikt, ontdek je dat die ideeën al een voorgeschiedenis hebben in andere teksten. Zo zijn er uit 1968 die al over de ondeelbaarheid van de mensenrechten spreken. Daarnaast vind ik het bijzonder dat Joseph Wresinski’s geschriften vertrekken vanuit het concrete leven, niet vanuit een theorie.
Zijn de teksten nog actueel en wat is het belang ervan? Er zijn teksten die in een bepaalde tijdsgeest geschreven werden en die vandaag minder actueel lijken. Maar andere blijven wel relevant. Hierin zie ik drie soorten: teksten waarin Joseph Wresinski over zichzelf spreekt, andere die over liefdadigheid gaan en teksten die bij een bepaalde gebeurtenis geschreven zijn.
Die waarin Joseph Wresinski over zichzelf en zijn jeugd praat, zijn zeer belangrijk voor de geschiedenis van de beweging. We kunnen de keuzes die hij gemaakt heeft niet begrijpen als we niet weten waar hij vandaan komt.
De teksten over liefdadigheid zijn vaak verbonden met zijn jeugd. Joseph Wresinski beschrijft hoe hij altijd moest ontvangen en nooit zelf mocht geven. Dit is een relatief onbekend gegeven, maar het is fundamenteel om de beginselen van de beweging beter te begrijpen.
Het feit dat Joseph Wresinski erop hamerde dat de armsten altijd betrokken moeten worden, blijft actueel. In 1975 organiseerde de VN in Mexico een congres in het kader van het internationale jaar van de vrouw. In het gastenboek schreef Joseph Wresinski: “Als de vrouw van de vierde wereld niet het centrum is van het jaar van de vrouw, waar dient dit jaar dan voor?” Bij alle beslissingen, voorstellen, ideeën,… moeten mensen in armoede centraal staan, anders vallen zij uit de boot. Op een postkaartje vanuit Mexico aan André Modave schreef hij: “Mijn beste André, je kan je niet voorstellen wat wij hier meemaken: een congres van rijke vrouwen waarin rijke vrouwen onder elkaar discussiëren over de problemen van rijke vrouwen. De vrouwen van de vierde wereld zullen teleurgesteld zijn, maar wij blijven aan hun kant staan.”
Ik vind het ook belangrijk dat op de website rond Joseph Wresinski korte teksten, citaten,… uit het dagelijkse leven in verscheidene talen zullen verschijnen. Tot nu toe vertaalde men vaak alleen de grote toespraken. Maar het is belangrijk dat we in andere talen beschikbaar stellen wat Joseph Wresinski in het dagelijkse leven zei. Het spontane ontbreekt vaak in vertaalde toespraken, en dat is net belangrijk om de gedachtegang van Joseph Wresinski beter te leren begrijpen. Door de ontstaansgeschiedenis van teksten en de mondelinge overdracht te bekijken, merk je dat er veel nuances in de gedachten van Joseph Wresinski zitten, veel meer dan vaak wordt aangenomen. Daarom is het ook belangrijk de context goed te schetsen. Joseph Wresinski gebruikte weleens kwetsende woorden, maar dit waren vaak de enige die het publiek begreep.
Wat is je favoriete citaat van Joseph Wresinski? Waarom?
Eén van mijn favoriete citaten is het volgende :
Les pauvres sont les créateurs, la source même de tous les idéaux de l’humanité, car c’est à travers l’injustice que l’humanité a découvert la justice, à travers la haine, l’amour, à travers la tyrannie, l’égalité de tous les hommes.
De armen zijn de scheppers, de bron van alle idealen van de mensheid. Want het is door onrechtvaardigheid dat de mens rechtvaardigheid heeft leren kennen, liefde door haat, gelijkheid van allen door tirannie.
Dit citaat komt erop neer dat de ervaringen van onrechtvaardigheid, haat, tirannie, geweld,… ook intrinsiek het tegengestelde in zich dragen: rechtvaardigheid, liefde, vrijheid,… Het doet me denken aan een citaat van Vaclav Havel: Soms moeten we in de diepste miserie verzeilen om de waarheid te erkennen, net zoals we moeten afdalen in het diepst van de put om de sterren te zien. En ook aan Rav (Rabbi) de Sassov : Wil je het vuur vinden? Zoek dan in de assen.