Ze woonden en werkten acht jaar in België en vertrekken nu naar Madrid. Interview met volontairs Elsa en Thibault Dauchet-de Calignon.
Elsa leerde ATD Vierde Wereld kennen tijdens een stage bij de straatbibliotheek in Toulouse. Ze studeerde toen bibliotheekwetenschappen, net als haar echtgenoot Thibault. Na 4 jaar als medestandster koos ze voor het voluntariaat. Thibault leerde de beweging kennen via Elsa. Hij begon aan een stage bij de uitgeverij Editions Quart Monde in Parijs. Al snel was ook zijn interesse gewekt voor het voluntariaat. Na een eerste opdracht in Noisy-le-Grand in Frankrijk, kwamen ze acht jaar geleden naar België. Nu vervoegen ze het team van volontairs in Madrid. Tijd voor een afscheidsinterview.
Wat was jullie eerste indruk van België en de beweging hier?
Elza: Dat het hier veel regent (lacht). De dag van onze verhuis regende het pijpenstelen, daarom zeg ik dat. In het begin dacht ik: oei, hier zijn niet veel jongeren. Maar ondertussen is dat gelukkig veranderd. Ik heb het gevoel dat we een golf van verjonging meemaakten.
Thibault: Wat ons ook trof was de lange geschiedenis die sommige militanten hebben met de beweging. Mensen met armoede-ervaring die echt gevormd zijn door ATD Vierde Wereld om het woord te nemen. En om verantwoordelijkheden op te nemen in lokale groepen. In Noisy-le-Grand kenden we dit niet. Daar was ons doel om mensen toe te leiden naar een definitieve woonst. Iets anders wat ons opviel is de uitgebreide sociale zekerheid. Dat was natuurlijk nog voor alle recente hervormingen. Alleen staan daar uitvoerige controles tegenover die een verlammend effect hebben. Mensen hebben zoveel schrik om gecontroleerd te worden dat ze zich niet meer als vrijwilliger durven inzetten. Uit angst om als zwartwerker bestempeld te worden. Het is verschrikkelijk hoe solidariteit op die manier wordt kapot gemaakt.
Wat waren jullie taken in België?
Thibault: Toen we net aankwamen, mocht ik meewerken aan een groots jongerenevenement in het kader van het Europees jongerenjaar. Daarna kreeg ik het voorstel om het nationaal team te ondersteunen als administratieve kracht. Dat had ik eerlijk gezegd niet verwacht. In Noisy-le-Grand had ik vooral met jongeren gewerkt. Daar stond ik in de praktijk. Ik heb die opdracht aanvaard omdat het deel uitmaakt van volontair zijn. Het is goed dat taken en verantwoordelijkheden wisselen. Ik besefte ook dat ik in Noisy met de jongeren kon werken omdat anderen voor mij de administratie deden. Sinds 2015 is er een nieuw nationaal team waar ik opnieuw deel van uitmaak. Mijn tijd bij het nationaal team was verrijkend. Ik heb de beweging in België ontdekt in al zijn aspecten. Maar na acht jaar is het tijd voor iets anders.
Elsa: Ik was lid van het team dat de Franstalige Volksuniversiteiten aanstuurt. Ik ondersteunde de lokale groepen tijdens hun voorbereidingen en dacht mee over de thema’s. Tijdens de Volksuniversiteit zelf animeerde ik het gebeuren. Daarnaast nam ik deel aan verschillende kleinere projecten, zoals de “Groupe Ecole”. Deze werkgroep buigt zich over de toegankelijkheid van het onderwijs. Dit gebeurt via de methode kruising van kennis met ouders, jongeren en leerkrachten.
Wat nemen jullie vanuit België mee naar Spanje ?
Elsa: Dat frieten gebakken in dierlijk vet lekkerder zijn dan in plantaardige olie. (lacht) Het belang van in team te werken. Het is belangrijk om samen te werken met de allerarmsten. Alleen zo weet je wat ze meemaken, wat ze willen en wat er echt moet veranderen. En ook, dat we moeten blijven vechten.
Thibault: De rijkdom van het nadenken en handelen in verschillende talen. Ook al was het niet altijd gemakkelijk. Het was soms zwoegen op een tweetalig document Nederlands-Frans. Als je van de ene taal naar de andere taal overgaat, besef je soms dat een bepaald idee, een bepaalde formulering niet werkt in de andere taal. En dan moet je vindingrijk zijn om het idee toch over te brengen. In Spanje is de situatie natuurlijk anders. Hoewel… daar heb je ook een talenkwestie met het Castiliaans en het Catalaans. Ik heb ook ontdekt dat mensen zich gerespecteerd voelen als je probeert in hun taal te spreken. Ik ken niet zo heel veel Nederlands, maar ik probeerde altijd en mensen zeiden me dat dit getuigt van respect. Daar was ik mij niet bewust van geweest als ik niet in België had gewoond. Ik neem ook mee hoe belangrijk het is om te zorgen voor vorming. Vorming voor de militanten, maar ook voor de medestanders en de volontairs. Om armoede effectief te bestrijden, moet je werkinstrumenten aangereikt krijgen. En kennis die je kan inzetten.
Wat is jullie beste herinnering aan jullie tijd in België?
Elsa: Dat vind ik een lastige vraag. Ik heb verschillende goede herinneringen. (denkt na). Als ik dan toch moet kiezen… alle momenten waarop iemand tijdens de Volksuniversiteit voor het eerst het woord nam. Dan dacht ik bij mezelf: eindelijk, we zijn vertrokken. Vaak kwam de persoon in kwestie tijdens de pauze naar me toe: “Heb je het gezien? Ik heb iets gezegd!” Dat zijn momenten om in te kaderen.
Thibault: Ik herinner mij een driedaagse rond vernieuwing in het internationaal centrum van ATD Vierde Wereld in Frankrijk. We waren met een vijftigtal mensen van over heel de wereld. Samen met de autobus naar zo’n krachtige plek gaan, ergens anders dan onze gebruikelijke stek in België, dat zorgde voor superrijke uitwisselingen. En dan ook nog het bezoek van de koningin in 2017 aan het Vierdewereldhuis in Brussel. We hebben toen keihard gewerkt om alles voor te bereiden. Mensen in armoede hebben de koppen bij elkaar gestoken en nagedacht over wat ze haar wilden vertellen. Dat was een moment om trots op te zijn. Ik vind het fijn om te zien dat mensen die trots delen, hetzij via Facebook, hetzij jaren later in een gesprek. Die momenten zijn enorm belangrijk. Om terug recht te staan wanneer het slecht gaat. En om te blijven strijden tegen armoede.
Om af te sluiten, wat zullen jullie niet missen ?
Thibault: Dat is een moeilijkere vraag dan de vorige ! (lacht). Wat ik niet ga missen is de complexe administratie van de beweging hier in België. Dat heeft natuurlijk alles te maken met de politieke complexiteit van het land. Dat kan heel verrijkend zijn, maar soms wil je gewoon dat de dingen wat sneller vooruit gaan.
Elsa: Het gebrek aan zon!
Evelien Lambrecht en Nicolas Descamps
Lees het volledige Vierde Wereldblad hier.