Wat verder in onze straat woonde een wat zonderlinge vrouw samen met haar zoon. Ze hadden vele moeilijkheden. In de buurt sprak iedereen over haar en over hun ergernis om haar geldvraag.
Wat verder in onze straat woonde een wat zonderlinge vrouw samen met haar zoon. Ze hadden vele moeilijkheden. De sociale dienst begeleidde hen. De vrouw had eerder een mannelijk voorkomen en een direct en ruw taalgebruik. Daardoor werd de vrouw als bevreemdend en bedreigend ervaren. Regelmatig sprak ze mensen op haar weg aan met de vraag: “Heb je niet een beetje geld voor mij?” In de buurt sprak iedereen over haar en over hun ergernis om haar geldvraag.
Op een zondagochtend zag ik haar vanuit ons raam op ons tuinmuurtje zitten. Ik ging naar buiten, zette me naast haar en vroeg: “Ben je moe?”. Plots vertelde ze me honderduit over haar gezondheidsproblemen en over een naderende operatie. Het was een aangenaam gesprek van mens tot mens. Een opvallend detail: ze vroeg niet om geld. Was haar behoefte aan gewoon menselijk contact niet groter dan haar behoefte aan geld?
Wat later belde haar buurvrouw bij ons aan met een petitie.
– “We zijn het beu, die overlast naast de deur, je weet wel,” zei ze.
– “Inderdaad, het gaat er soms heftig aan toe tussen moeder en zoon, en de politie komt soms tussen,” antwoordde ik. Maar een petitie tekenen tegen hen, dat ging mijn man en ik te ver. De ene mens die sterker in het leven staat, zou dan beslissen dat een andere, die zwakker staat, weg moet. Neen, dat konden en wilden we niet. Hoe en waar eindigt zo iets?
We gingen in gesprek met de buurvrouw. We beaamden haar onprettige gevoel wanneer geroep en geruzie van buren je woning regelmatig binnendringen. We erkenden dat wij geen last hadden van die buren omdat we een beetje verder wonen. “Maar toch,” reageerden we, “mensen verjagen kan nooit een oplossing zijn. Een petitie tegen mensen? We kunnen toch andere antwoorden vinden. En vooral: was er al met de vrouw zelf gepraat?”
Eerst werd het stil. Even later zei de buurvrouw: “Met zo’n mensen valt niet te praten.”
– “Misschien kun je toch proberen, kunnen we het samen proberen,” opperden wij.
De buurvrouw bedankte ons voor het gesprek en ging huiswaarts.
Wat later kwam ik de buurvrouw van de petitie terug tegen.
– Ik zei haar: “Ik zou ook geen petitie tegen jou tekenen.”
– “Dat weet ik,“ zei ze, “de buurt spreekt over jullie. Iemand zei me zelfs: ‘eigenlijk is het een geruststelling dat er mensen opkomen voor wie alleen en zwak staat. Het is een garantie voor ons allemaal. “
Ondertussen overleed die zonderlinge buurvrouw plots, en haar zoon verhuisde. Maar voor ons en voor anderen in de buurt, lieten ze een oproep na tot menselijkheid en solidariteit.
Bees Verleyen, September 2017
V.u.: ATD Vierde Wereld België – www.atd-fourthworld.org
Klik hier voor de PDF-versie van dit verhaal.
Dit verhaal uit Vlaanderen werd vertaald naar het Frans en het Engels en de beide versies werden gepubliceerd op de internationale website van ATD Vierde Wereld.
Klik hier voor het Franstalige artikel.
Klik hier voor het Engelstalige artikel.