Philippe Barbier (1959-2018) was volontair van ATD Vierde Wereld. In een boek dat postuum verscheen, vertelt hij het verhaal van zijn leven. Maar het gaat hem niet om dat persoonlijke verhaal, schrijft hij. Dat is enkel een leessleutel voor deel twee van het boek, waarin hij zijn denken deelt.
‘Ik heb de omstandigheden van mijn leven niet gekozen, maar zodra ik de kans kreeg keuzes te maken, greep ik die ook en mijn evenwicht herstelde zich. Ik heb geen rampzalig beeld van mezelf. Ik sta rechtop. Door mijn acties te kiezen, ben ik er geraakt, ook al was het een leven dat van buitenaf arm en beperkt leek. Ik heb mijn eigen weg gevolgd.’
Philippe groeide op in de Borinage, de Belgische mijnstreek. Als kind werd hij mishandeld. Hij werd geplaatst, eerst bij familie, dan in verschillende instellingen. Van hier naar daar, van de ene dag op de andere, van oplossing naar oplossing, altijd voorlopig. Niemand die hem uitleg gaf over wat er aan de hand was. Hij schermde zich af, op zichzelf en op het heden gericht, op wat gedaan moest worden en wat hij moest vermijden. Dat heen en weer slingeren heeft zich in zijn lichaam gegrift, in zijn diepste binnenste. Hij moest altijd op zoek naar een nieuw evenwicht.
Altijd was hij diegene die anders behandeld werd. Thuis, in de instellingen, op school, in de blik van anderen las hij het verschil. En toch wist hij dat hij een kind was dat wilde spelen, experimenteren, de wereld verkennen. Een kind als alle anderen. Het grote verschil was dat hij zich vragen stelde en al jong antwoorden zocht en een manier om te overleven in een vijandige omgeving. ‘Ik draag nog altijd mijn rugzak en ik ben eraan gehecht. Het is uit mijn levenstraject dat ik de bagage haal.’
Hij kon aan de slag als opvoeder in een instelling waar hij zelf had verbleven. Hij werkte er twee en een half jaar. Hij voelde dat hij wel iets kon betekenen, maar niet genoeg. Hij las veel, zocht een bredere horizon, wou naar het buitenland vertrekken. Maar de organisaties die hij aanschreef, vroegen kwalificaties die hij niet bezat. ATD Vierde Wereld leerde hij kennen als een plaats, een middel, een weg waardoor hij zijn gevoeligheid voor onrecht en zijn leven met elkaar in harmonie kon brengen. Hij was 26. Ook in de westerse wereld was nog veel te doen. Hij engageerde zich voor deze beweging, ‘en daarna zie ik wel…’. Het bracht hem enige tijd later naar Senegal. In Dakar ondersteunde hij zes maanden lang de ploeg van ATD die met jongeren werkt. Kort voor hij vertrok, had hij Françoise leren kennen.
Voelen dat ik leef
‘Het idee van gezinsgeluk is lange tijd iets vreemds voor me geweest. Daarover aangesproken worden, bracht me in moeilijkheden.’ Toch is die vreemde familiegeschiedenis de basis van zijn identiteit, samen met alle inspanningen die hij leverde om te begrijpen, en later ook om het medelijden te weigeren dat hem overweldigde en de grond inboorde.
‘Vandaag heb ik mijn eigen gezin en ontdek ik wat dat betekent. Dat gezin heb ik gevormd met mijn echtgenote Françoise en mijn drie dochters, Amélie, Sophie en Zoé, het meest dierbare wat ik heb, waarop ik trots ben.’
‘Mijn ontmoeting met Françoise heeft mijn weg beïnvloed. De projecten waaraan we werkten, in verschillende landen, zouden niet dezelfde zijn geworden als we niet samen waren geweest. Van bij het begin waren we heel verschillend en daardoor vulden we elkaar aan. Maar ook in een koppel blijf je een individu. Naast de verantwoordelijkheden die we hadden, moest ik voortdurend mijn eigen ruimte creëren, om mijn gevoeligheid en mijn creativiteit in alle vrijheid te kunnen uiten.’
Dat was een lange weg, en ook binnen de open en rijke context van ATD gaf dat weleens aanleiding tot confrontatie, geeft Philippe aan.
‘Met verfrommeld papier en een kei die ik opraapte, heb ik geleerd om mezelf te zijn en het ondanks alles te blijven.’
‘Het beeld van het ‘ongelukkige kind’ bleef lang aan mij kleven’. Een blik die hem kwetste, een houding van neerbuigende welwillendheid, het medelijden dat hij ontdekte, vaak goed bedoeld om te helpen, maar het was onverdraaglijk. Philippe bleef afstand creëren, om niet te worden afgewezen, vernederd, onrecht aangedaan. Zijn creativiteit werd zijn anker. ‘Met verfrommeld papier en een kei die ik opraapte, heb ik geleerd om mezelf te zijn en het ondanks alles te blijven.’
Iets maken met niets
‘Vanaf 1989 is de artiest in mij bovengekomen, een artiest die in de eerste plaats een expressiemiddel zocht. IJzerdraad en blik, alles gerecupereerd, werden stilaan mijn materialen.’
Met basistechnieken van blikwerk , geleerd in het atelier van een lokale kunstenaar , maakte hij zijn eerste sculpturen, kleine figuren die hij kon verkopen om zijn opleiding te betalen. Lange tijd beperkte hij zich tot persoonlijke cadeaus voor verjaardagen en huwelijken.
Dan volgden grotere werken en organiseerde hij creatieve ateliers. ‘Die plaatsen van ontmoeting, vrijheid en expressie, met mensen uit verschillende milieus, waren de artistieke vertaling van mijn levenservaring, het belangrijkste wat ik in dertig jaar heb bijgedragen aan ATD Vierde Wereld.’
‘Een stukje ijzerdraad in de ene hand, een tang in de andere. En dan de vraag: wat is het belangrijkste voor mij? Mensen graven zich in, vechten met het materiaal. Het is een manier om het evenwicht te herstellen tussen mensen die de gave van het gesproken of geschreven woord hebben en anderen die dat niet hebben.’
‘Onbekende materialen, dat liet vrijheid, er was geen methode, geen model om na te volgen. Jezelf en anderen vinden in een creatief proces dat evenveel angst naar boven brengt om te falen als voldoening die angst te overwinnen.’
Dan waren er ook de ‘Ateliers nomades’. ‘Met ons tweeën of drieën trokken we naar gevangenissen, onthaalhuizen, centra voor noodopvang, steegjes in oude wijken of terreinen voor woonwagens. Voorbij regels en gewoontes, zodat mensen zich konden openbaren met hun mogelijkheden, levenservaring en gevoeligheid.’
De draad van mijn leven
‘Heel mijn leven heb ik op een draad gelopen met, diep in mij verankerd, dat zintuig voor onrecht als een balanceerstok.’
‘Met ATD Vierde Wereld kon ik opkomen tegen onrecht, proberen de samenleving te veranderen. Ik nam de dingen niet zoals ze kwamen, maar stapte in een dynamiek van ‘gaan naar’. Gaan naar mensen die gemarginaliseerd, gedegradeerd en geminacht worden en in alle rust de expressie van hun creativiteit aanmoedigen.’
‘Ik kon vooral leven volgens mijn overtuiging, in een levensproject met Françoise en onze dochters. Daar lag mijn evenwicht.’
M.T. Poppe
Philippe Barbier. L’art de rien. Sur le fil de ma vie. Editions Quart Monde, 2020. tellen bij ATD Vierde Wereld – Prijs: 12 €