Luis en Sindy zijn militanten van ATD Vierde Wereld in Guatemala. Het is mei 2020 en ook in Guatemala heerst het coronavirus.
Werkloos
“Hoe gaan we onze gezinnen te eten geven? We hebben het geld niet om thuis te blijven”
Luis heeft het over zijn buren: “Ze hebben niets, kunnen hun kinderen zelfs geen omelet met zout te eten geven. Ze voelen zich eenzaam, triest en verlaten.”
“Als het coronavirus ons niet doodt, zal het de honger zijn, of de bendes”
Niet meer naar school
Scholen gingen dicht. Wat gebeurt er als kinderen en jongeren opgesloten zijn in hun buurt? “Deze gezinnen staan buiten de samenleving. Hun zonen en dochters studeren nu niet meer en worden aangetrokken door bendes, drugs en andere negatieve zaken rondom hen. Er zijn geen leraars in de buurt die hen een andere manier van zijn kunnen tonen dan wat ze van internet halen. Hun ouders weten niet meer hoe hen eten te geven, of kleren.”
“Jonge mensen hier hebben geen stem. Hoe kan je hen zeggen dat alles goed komt, dat ze zich geen zorgen moeten maken, dat we er wel door komen? Er is geen enkele boodschap van hoop.”
De zoon van Luis en Sindy is zeven en één van de weinigen die wel les krijgt, via Whatsapp. Van de 21 leerlingen in zijn klas zijn er zeven die nooit deelnemen aan de lessen: “Van die kinderen en gezinnen weten we niets: hoe gaat het met hen? Er zijn veel ouders die niet kunnen lezen of schrijven en in armoede leven. Hoe gaan kinderen die achterstallige kennis inhalen? Dat baart zorgen.”
Hoe kunnen we mensen in armoede best helpen?
De Guatemalteekse overheid helpt mensen in armoede tijdens de crisis maar bereikt niet iedereen. Sommige gezinnen zijn erg geïsoleerd en kunnen niet terugvallen op een netwerk. Luis en Sindy gaan langs bij gezinnen in hun buurt.
Luis en Sindy luisteren. Zo komen zij te weten hoe zij mensen in armoede het best kunnen helpen.
“We zagen echte nood in de wijk op de heuvel en trokken er heen met voedsel. We kennen een vrouw die voor haar kleindochter zorgt en totaal geen inkomen had. Normaal verkoopt ze wat kleren maar dat viel nu weg.”
Als militanten van ATD Vierde wereld hebben Sindy en Luis een lange geschiedenis van betrokkenheid bij de meest kwetsbare gezinnen in hun buurt. “Ook wij kenden armoede” legt Luis uit. “Toen we net een koppel waren zat het financieel en emotioneel niet goed. We weten wat het is om absoluut niets te hebben. We weten wat honger is en hoe het voelt om alleen te staan. We weten ook wat het is als de kinderen niets te eten hebben.”
“Wij kregen hulp. Toen ik de nood zag van deze gezinnen zei ik tegen Luis dat we een beetje moesten delen van wat we hebben” vertelt Sindy. “
“Dat wij hulp gekregen hebben was onze motivatie om nu zelf te helpen, want we hebben nu op zijn minst een inkomen dat honger buiten houdt. We willen delen, aan anderen denken, zodat zij niet hetzelfde moeten doorstaan als wij, want dat is echt hard.”
“Mijn vader en moeder hadden geen waardig werk; ze raakten er niet bovenop. Sommige dagen hadden we niet genoeg te eten. Ik herinner me een jaar dat we enkel bonen en rijst aten, een heel jaar alleen maar bonen en rijst. Luisteren naar mensen vinden we echt belangrijk. Niemand luisterde naar onze ouders, niemand toonde interesse, niemand reikte hen de hand om uit die situatie te raken.”
Initiatieven zoals die van Luis en Sindy zijn cruciaal voor het overleven van de armste gezinnen.
Marte Lorent