In de grauwe industriezone duwt Diego zijn kruiwagen van de ene vuilnisbak naar de andere. Hij heeft moeite om hem recht te houden. Het is tijd om te sorteren. Verscholen achter een struik haalt hij de vervallen levensmiddelen en andere prullaria eruit. Die dingen zal hij mee naar huis nemen. Hij beklimt de laatste helling tot bij de schroothandelaar. Die zegt hoeveel hij kan krijgen, maar iemand met één schamele kruiwagen moet niet te veel verwachten.
Volontair Martin loopt met hem mee. Hij wil het leven van Diego meemaken. Hij is de vader van een van de kinderen die hij iedere week ontmoet bij de straatbibliotheek op de binnenplaats van hun huizenblok.
Soms ontmoet Diego op zijn ronde een bekende. Die wijst dan naar Martin en vraagt: “Is dat je zoon?”. Dan wisselt Diego een knipoog met Martin, glimlacht een beetje en antwoordt: “Nee, ’t is een vriend.”
Een paar dagen geleden had Martin hem gevraagd of hij wat ijzerdraad kon vinden. Daarmee zouden ze samen met gezinnen uit andere buurten een kunstwerk maken.
Diego kwam aanzetten met een grote zak vol draad waaronder mooi rood en verguld koper: “Ziezo!”
“Maar Diego, dat koper kan je toch beter voor jezelf verkopen?”
“Je had me toch om draad gevraagd? Wel, je krijgt het cadeau!”
Diego’s vrouw Maria is ziek. Vaak zegt ze: “Mijn man, die weet veel hoor!”. In het gezin is hij het die de brieven leest, het eten klaarmaakt en zijn dochter herinnert aan haar afspraak bij de kinderarts voor haar kleintje.
Maar er wordt veel over hem geroddeld, dat hij drinkt, dat hij gewelddadig is… Als het leven te zwaar wordt en de kinderen te onstuimig, als de buren zich ermee bemoeien, als ze alweer dreigen uit huis gezet te worden, wordt het te veel voor hem. Dan slaat Diego de deur hard dicht en verdwijnt hij.
Op een dag werd Maria ongerust over zijn verdwijning. Martin en zijn ploeg gingen hem zoeken. Zij zochten overal, ook in de industriezone die Diego iedere dag doorkruist. Uiteindelijk vonden ze hem achteraan een braakliggend terrein, onder een hoop karton. Hoewel het laat in de nacht was, leek hij niet verrast: “Ik wist dat jullie zouden komen.”.
Drie dagen later riep hij naar de animatoren van de straatbibliotheek: “Ik heb iets gevonden voor jullie!”. In zijn kruiwagen lagen vier kartons chocoladen Kerstmannetjes, nog verpakt in hun blinkend aluminium pak. Dankzij Diego kwam de Kerstman in volle zomer langs! In de winkels was Kerstmis al lang vergeten, maar voor Diego duurt het plezier dingen met anderen te delen het ganse jaar.