In gesprek met Herman Van Breen
“De link tussen klimaat en armoede kreeg lange tijd weinig aandacht binnen de teams van ATD Vierde Wereld. Een aantal crisissituaties hebben dit veranderd, ik denk bijvoorbeeld aan de orkaan Katrina in New Orleans in 2005. Dit was de eerste grote klimaatcrisis waarbij we heel duidelijk merkten dat de armsten buitenspel werden gezet, zowel bij de evacuatie als de heropbouw. Ook in België wordt de link tussen klimaatverandering en armoede veel duidelijker: de overstromingen in Verviers deze zomer hebben ook vooral de armste wijken getroffen.”
Herman Van Breen is volontair en maakt sinds 2 jaar deel uit van het secretariaat internationale relaties van de internationale beweging ATD Vierde Wereld. Samen met een collega coördineert hij de vertegenwoordiging van ATD Vierde Wereld bij internationale instellingen zoals de VN, Unesco en de Europese Unie. Ik sprak met Herman over zijn deelname aan de laatste klimaatconferentie in Glasgow .
Winnaars en verliezers?
De weg naar een rechtvaardige klimaattransitie zal niet over rozen gaan, erkent Herman: “Armoedebestrijding en mensenrechten werden lange tijd genegeerd op de klimaattoppen. Ik herinner me de klimaattop in Madrid van 3 jaar geleden. Ik nam deel aan een bijeenkomst met als thema “leave no one behind” (laat niemand achter). Het bleek te gaan over de reconversie van arbeiders in de mijnbouw en metaalnijverheid. Er werd met geen woord gerept over mensen die het verst van de arbeidsmarkt staan en buiten het reguliere arbeidscircuit vallen.“
Tijdens de klimaattop in Glasgow stond armoedebestrijding iets meer op de agenda. Maar de algemene tendens blijft verontrustend: “Ik hoorde sommige mensen zeggen dat er bij elke transitie winnaars en verliezers zijn. Er werd geopperd dat we mensen er vooral van moeten overtuigen dat het wel in orde komt, om zo een revolutie te vermijden. Een soort van stervensbegeleiding dus. Ronduit hallucinant.”
Mensen in armoede vanaf het begin betrekken bij de klimaattransitie is de enige manier om de transitie te doen slagen, benadrukt Herman: “We moeten er ons bewust van zijn dat elke actie impact heeft op het geheel. Je kan een parallel trekken met de discussie rond de coronavaccins: we vaccineren iedereen in het westen, hoewel we ondertussen weten dat door geen vaccins ter beschikking te stellen aan het Zuiden, daar nieuwe varianten gaan opduiken die zich opnieuw gaan verspreiden. Dat getuigt van een gebrek aan inzicht op lange termijn. We zijn niet veilig zolang de anderen niet veilig zijn. Met klimaat is het eigenlijk hetzelfde: een keten is maar zo sterk als zijn zwakste schakel.”
Menselijke oplossingen
De stem van mensen in armoede aan bod laten komen is niet gemakkelijk op een klimaattop: “We moeten ervoor zorgen dat de grote industrieën niet alleen de klimaattransitie gaan bepalen. Het is voor een groot stuk hun schuld dat we nu voor deze gigantische uitdaging staan. Zij hebben de klimaatverandering decennia genegeerd en afgewacht tot het water ons aan de lippen staat om technologische oplossingen voor te stellen waar zij geld aan kunnen verdienen. Terwijl we het probleem al veel eerder, duurzamer hadden kunnen aanpakken, samen mét mensen. Een voorbeeld: men is druk bezig met het zoeken naar technologische oplossingen voor droogte. Terwijl de lokale bevolking overal ter wereld daar heel veel kennis over heeft.”
Volgens Herman begint alles bij respect: “Mensen in armoede worden al generaties lang op dezelfde manier behandeld als de aarde: ze worden geëxploiteerd, beschadigd, vernietigd. Het recht van de sterkste primeert, terwijl wij in tegenstelling tot dieren ook de zwaksten als volwaardig willen behandelen.”
Ook onder het mom van respect voor de aarde en goede bedoelingen worden mensen in armoede uitgesloten, getuigt Herman: “In het zuiden gebeurt dit heel vaak. Maar we zien dit ook hier. In Frankrijk bijvoorbeeld werden woonwagenbewoners na vele jaren van hun terrein weggejaagd, zonder hen een alternatief aan te bieden, om een groenzone maken. Gelukkig hebben we dit kunnen tegenhouden. Maar waar is het respect voor mensen in armoede, voor hun ervaringen en hun kennis?”
Good practices
De kennis van mensen in armoede kan nochtans een belangrijke rol spelen in de transitie: “Mensen die op een vuilnisbelt leven bijvoorbeeld hebben een heel grote kennis van omgang met materialen. Toen we in Nederland woonden, kenden we een militant, Mijnheer Tamerus, die in Den Haag heel veel aan recuperatie deed. Dat stelde ons in staat om op de vakantieboerderij ’t Zwervel in Wijhe heel wat herstellingen te doen. Daar waren we samen trots op. Maar de diensten noemden zijn huis een stort. Nu spreken we over circulariteit en zou zijn huis een repair café zijn. Hoe kunnen we de expertise van mensen in armoede waarderen en samenbrengen? Hoe kunnen we hun good practices naar boven laten komen en eruit leren? Dat was de belangrijkste vraag die we stelden op de klimaattop. ”
De kloof overbruggen
ATD Vierde Wereld trok met een duidelijke boodschap naar de top: “Heel de klimaatpolitiek moet erop gericht zijn om de aarde te beschermen én tegelijkertijd de kloof tussen rijk en arm te dichten. Er wordt veel gesproken over compensatie. Landen die weinig uitstoten compenseren voor wat rijkere landen teveel uitstoten. Hier zitten enorme financiële bedragen aan verbonden. Maar waar komt dat geld terecht? Welk effect heeft dit op mensen in armoede? Wordt hierdoor de kloof tussen arm en rijk nog vergroot?”
Volgens Herman is een ander subsidiebeleid een van de middelen om een rechtvaardige klimaattransitie mogelijk te maken: “Subsidies voor zonnepanelen, voor het isoleren van een huis… bij wie komen de maatregelen terecht? Worden zo niet degenen die de grootste C02- uitstoot hebben het meest beloond om er iets aan te doen? We moeten die logica omkeren. We pleiten ervoor om de ecologische voetafdruk en het effect van de maatregelen tegen de klimaatopwarming te meten per maatschappelijke groep in de samenleving en hierop een rechtvaardige transitie te baseren.”
Pessimisme is een luxe van de rijken
Herman klinkt verontwaardigd als ik hem vraag of hij de toekomst positief inziet: “’Er is niets meer aan te doen’, dat is een idee die mensen in armoede zich niet kunnen permitteren. Het enige wat we kunnen doen is er ons serieus voor engageren. Er zijn veel mensen die aan de weg blijven timmeren en steeds meer mensen zien ook de menselijke impact en inbreng, niet alleen de technische kant van de zaak. Het bewustzijn gaat traag, dat maakt me heel bezorgd, maar doemdenken heeft geen zin. Waar een wil is, is een weg, als we die samen nemen. Denk maar aan Luxemburg, dat door alle openbaar vervoer gratis te maken een hele stap vooruit zette op vlak van mobiliteit, klimaat, milieu én armoedebestrijding.”
In België werd ATD Vierde Wereld ondertussen uitgenodigd door federaal minister Zakia Khattabi als partner bij de organisatie van een conferentie rond rechtvaardige klimaattransitie. Herman ziet dit als een grote kans: “Khattabi geeft aan dat ze samen met mensen in armoede wil nadenken over de klimaattransitie. Dat heel de transitie niet op de kap van mensen in armoede mag gebeuren. Ik hoop dat dit een voorbeeld kan zijn voor Vlaanderen én andere landen. Want het zijn de landen die de doelstellingen die internationaal werden afgesproken nu in concreet beleid moeten omzetten.”
De politiek staat nog voor moeilijke keuzes, besluit Herman: “Er zal veel moed, creativiteit en participatie nodig zijn om een rechtvaardige transitie tot stand te brengen. Maar het kan, ook met de expertise en inspraak van mensen in armoede, zoals al gebeurde in het verslag ‘Duurzaamheid en armoede’, van het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting.”
Interview: Evelien Lambrecht