ATD Vierde Wereld werd vandaag bekroond met de Federale Prijs Armoedebestrijding 2019. Goed voor een trofee én 10.000 euro.
We zullen deze financiële beloning goed kunnen gebruiken in de dagelijkse strijd tegen armoede en sociale uitsluiting.
Toch zijn we niet onverdeeld gelukkig met deze prijs. Niet uit ondankbaarheid, wel uit bezorgdheid over het uitblijven van een structureel beleid dat armoede echt terugdringt.
Speech van Marijke Decuypere van het Nationaal Team van ATD Vierde Wereld:
“De federale prijs van armoedebestrijding betekent een erkenning van onze werking en daar zijn we uiteraard blij mee. Dit jaar werden organisaties die inzetten op participatie genomineerd. We zijn er altijd van overtuigd geweest dat armoedebestrijding enkel kan als dit samen met mensen in armoede gebeurt. Dit betekent dat participatie in ons DNA zit. Binnen je organisatie een reële plaats geven aan mensen in armoede dwingt je organisatie om anders te werken. Je gaat op hun ritme, zoekt hoe je iedereen, ook mensen zonder vergadercultuur en onvoldoende kennis van lezen en schrijven , een inbreng kan laten doen.
Door met betrokkenen armoede te bestrijden kom je tot andere oplossingen. Dan weet je dat voedselbedeling er misschien kan voor zorgen dat het einde van de maand minder lastig is. Mensen in armoede leren je dat een voedselpakket aanvaarden gepaard gaat met schaamte. Mensen voelen zich tweederangsburgers omdat ze voedseloverschotten krijgen. Ze moeten tevreden zijn met wat anderen niet meer willen. Dit versterkt het gevoel dat ze tweederangsburgers zijn. De schaamte en het niet meetellen laat sporen na in het verder leven. Door met mensen in armoede na te denken, weet je dat het dringend tijd is om de uitkeringen en de minimum lonen om hoog te trekken zodat mensen eindelijk kunnen leven.
Door met mensen in armoede samen te werken weet je dat activering geen zin heeft zolang onze maatschappij geen jobs kan aanbieden voor iedereen. Door te beweren dat via een job mensen uit de armoede geraken, viseer je ook de mensen die wel werken maar een laag loon krijgen. Je geeft hen de schuld van hun situatie. Mensen die geen job vinden omdat ze te laaggeschoold zijn, worden met de vinger gewezen. Een beleid moet ervoor zorgen dat ze iedereen een job kan aanbieden en dat mensen kunnen leven van hun loon.
Als je samen met mensen in armoede nadenkt, ga je voor ambitieuze plannen, dan weet je dat je niemand kan achterlaten. Dus zal je moeten zoeken hoe je armoede niet met de helft kunt terugdringen maar hoe je iedereen uit de armoede kunt halen.
Ik betreur het dan ook dat de afgelopen jaren de diverse regeringen te weinig hebben ingezet op participatie. Sommige ministers luisteren zelfs totaal niet naar bezorgdheden van mensen in armoede. Enkele jaren terug kaartten diverse organisaties het probleem van non-take up aan. Om diverse redenen bekomen mensen hun rechten niet: schaamte, ingewikkelde procedures, het niet kennen van hun rechten. Overheden moeten dan ook inzetten op het automatisch toekennen van rechten of ervoor zorgen dat rechten gemakkelijker bekomen worden. Gelukkig hebben sommige lokale overheden daarop ingezet. Regionale en federale overheden deden dit te weinig. Zo werd de toegang tot justitie verhoogd door remgeld te vragen voor mensen die recht hebben op een pro-deo advocaat. Samen met andere organisaties tekenden we beroep aan bij het Grondwettelijk Hof en wonnen dit beroep. Het valt te betreuren dat we naar het Grondwettelijk Hof moeten stappen om de rechten van iedereen te waarborgen.
“Je kan de mate van beschaving van een land aflezen aan hoe ze omgaat met haar zwakste burgers.” Een rijk land zoals het onze moet zich dan ook diep schamen dat een grotere groep mensen dagelijks het gevecht moet aangaan om te overleven.”