Opinie van Guy Malfait in De wereld morgen, 8 april 2020:
“We zitten al heel ons leven in lockdown”
In coronatijden lijken onze gangbare normen en waarden aardig onder druk te staan. Na drie weken in ons kot blijven, zien we onszelf dingen doen waarvan we nooit dachten dat het ons zou overkomen.
In mijn belronde vorige week naar mensen in armoede met wie ik in contact ben, was ik verrast door de reactie van Dirk. Ik had me voorbereid op een deprimerend verhaal. Dirk heeft zo al moeite met eenzaamheid, wat moest dat worden nu hij verplicht is elke dag thuis te blijven? Maar Dirk reageerde heel laconiek. “Lockdown? Laat me niet lachen, ik leef al heel mijn leven in lockdown.” En hij ging verder, “voor ons, mensen in armoede, is dat dagelijkse kost. Misschien dat de andere mensen nu eindelijk eens gaan beseffen wat wij meemaken.”
Die laatste zin is de hele week door mijn hoofd blijven spoken. Ik hoorde bijna exacte dezelfde woorden van lotgenoten van Dirk. Aan de leider van een indianenstam wordt de volgende quote toegekend: “Never jugde someone until you walked two moons in his mocassins.” We zitten nog maar drie weken in onwennige mocassins en nu al lijkt het erop dat veel van onze vooroordelen over mensen in armoede als een boemerang in ons gezicht terugkomen nu we zelf in situaties verkeren die gelijkenissen vertonen met hun dagelijkse realiteit.
Denk bijvoorbeeld aan de technische werkloosheid, een realiteit voor ondertussen meer dan 1 miljoen Belgen. De eerste dagen leek het wel de hemel op aarde: eindelijk tijd, lekker uitslapen, geen stress, geen deadlines. Na drie weken lijkt het eerder de hel op aarde! Ik zag een prachtige cartoon de revue passeren waarin een CEO gelukzalig achterover leunt op zijn bureaustoel en met een grote glimlach zegt: ”Straks betalen ze nog om aan het werk te mogen!” Het zo gezegde luilekkerleventje van mensen in armoede blijkt, nu we het zelf ten dele meemaken, toch niet zo aantrekkelijk. Inderdaad. Ook mensen in armoede wensen, net zoals u en ik, een zinvolle dagbesteding met bijhorend loon.
Stress kenden we voornamelijk vanuit ons werk: deadlines halen of extra opdrachten. Stress is de motor die ons vooruit stuwde. Wat we nu meemaken is een heel andere vorm van stress. Het is een stress die ons verlamt omwille van de financiële donderwolk die komt aandrijven, stress die op onze zenuwen werkt, omdat we met het hele gezin opeengepakt zitten in ons kot en ook de stress dat we de touwtjes van ons leven niet langer in handen hebben door dat coronabeestje. Dat is het soort stress waar mensen in armoede al lang mee vertrouwd zijn. Het soort stress dat je uitput en verlamt waardoor je er soms niet toe komt helder te denken of beslissingen te nemen.
De term ‘pedagogisch verantwoord’ is de afgelopen weken voor sommige ouders een heel rekbaar begrip geworden. Het aantal uren dat we onze kroost ongestoord laten tv kijken, Fortnite spelen of op de Playstation laten met bijhorende chips is bij momenten ongezien. Ook de relatie met onze partner staat op scherp voor veel mensen. In plaats van eindelijk tijd voor elkaar, proberen we elkaar nu soms te mijden om de druk van de ketel te houden. Het is indrukwekkend hoe de opgelegde coronamaatregelen ons anders doen handelen en invloed hebben op ons normenbesef. Nee, wij zijn niet veranderd, maar de omstandigheden hebben ons gedrag veranderd. Dat onderscheid wordt wel eens over het hoofd gezien wanneer we het hebben over mensen in armoede. Er wordt soms heel vlug gezegd dat ze schromelijk tekort schieten als ouder of partner, alsof de leefomstandigheden bij hen geen impact hebben op het gedrag.
Ondanks de gelijkenissen is het ook goed te weten dat enkele weken de mocassins van mensen in armoede aantrekken nog iets heel anders is dan ook hun kleren aan te trekken en in hun kot te wonen. Het vraagt weinig verbeeldingskracht om te zien hoe het stressniveau anders beleefd wordt als je in een klein appartementje woont op je 23e dan wanneer je een vrijstaande woning hebt met een ruime tuin.
Ook de financiën maken een wereld van verschil. In je kot blijven, is uiteraard makkelijker met Netflix, een laptop of tablet voor ieder kind en ‘s avonds een Deliveroo bellen omdat je geen energie over hebt om te koken. Het is ook anders omgaan met de opgelegde maatregelen als je weet dat heel België en, bij uitbreiding, zowat de hele wereld in hetzelfde schuitje zit. Mensen in armoede zijn bij de meeste statistieken steeds de uitzondering op de regel. Dat voelt helemaal anders.
Maar het grootste verschil zit waarschijnlijk nog in het perspectief. Voor de gemiddelde Belg is de coronacrisis een crisis. Dit wil zeggen: er komt ooit een einde aan. De collega’s zien we binnenkort terug, er komt vast weer structuur in ons leven en de rust in ons gezin zal zijn weg wel terugvinden. Bij mensen in armoede valt dat perspectief soms helemaal weg. Je zal maar in armoede opgegroeid zijn.
Zelfs als we geen twee ‘moons’ lang in de onwennige mocassins moeten rondlopen, dan hoop ik vooral dat we onze gangbare vooroordelen over mensen in armoede kritisch durven te bekijken. Dan kan de coronacrisis een ‘krisis’ worden zoals in de oorspronkelijke Griekse betekenis: een beslissend keerpunt, een soort resetknop. Dan kunnen dankzij corona – met schroom schrijf ik de woorden neer – ook mensen in armoede recht hebben op volwaardige jobs, betaalbare woningen of gelijke onderwijskansen. De kennis en ervaring van mensen in armoede zullen we daarvoor hard nodig hebben.
Guy Malfait is co-auteur van ‘Aan de onderkant ligt de lat altijd hoger’ verschenen bij EPO (www.aandeonderkant.be).