De Nobelprijs Economie gaat naar Abhijit Banerjee, Esther Duflo en Michael Kremer voor hun onderzoek rond oorzaken en oplossingen van wereldwijde armoede. Het onderzoek heeft het vermogen om wereldwijde armoede te bestrijden aanzienlijk verbeterd. In 2012 schreef ATD een artikel over het boek ‘Arm en Kansrijk’ van Banerjee en Duflo én ging in gesprek met Banerjee over hoe mensen in armoede kunnen betrokken worden bij het beleid.
Het artikel uit het Vierde Wereldblad (december 2012) lees je hier:
Arm en Kansrijk
Hoe kun je armoede bestrijden, vragen de economen Abhijit Vinayak Banerjee (1961) en Esther Duflo (1972), zich af. Hun boek ‘Arm en Kansrijk’ werd door de Financial Times en Goldman Sachs uitgeroepen tot ‘The Business Book of 2011’. Het is een hoopvol boek.
Meten om de goede richting te vinden
Om nieuwe geneesmiddelen te testen worden gelijkwaardige groepen van proefpersonen geselecteerd. In de ene groep krijgen mensen het nieuwe medicijn, in de andere groep niet. De resultaten worden vergeleken.
Banerjee en Duflo onderzoeken hoe armoede best kan bestreden worden en gaan op dezelfde manier te werk. Ook zij vergelijken het gedrag van gelijkwaardige groepen. Het helpt alvast om de goede richting te vinden en niet in eindeloze discussies vast te lopen.
Bijvoorbeeld over de verspreiding van muskietennetten in de tropen: gaan mensen die minder of meer gebruiken als ze die gratis krijgen, als ze er iets voor betalen, als ze de volle prijs betalen, als ze die eerst gratis krijgen en daarna een bijdrage moeten betalen? Het heeft geen zin met klem de ene of de andere stelling te verdedigen. Plaats, tijd en omstandigheden spelen een rol.
Dit is dan ook een pleidooi voor zeer specifiek en gericht onderzoek, want ‘Inzicht in de vraag of arme mensen bereid zijn geld te betalen voor klamboes, en of ze die gebruiken als ze gratis zijn, leert ons veel meer dan alleen hoe we het best muskietennetten kunnen verspreiden. Het leert ons ook hoe arme mensen beslissingen nemen.’
Mag je mensen een beloning geven om hen over te halen hun kinderen te laten vaccineren?
De onderzoekers vinden van wel. ‘De afkeer van prikkels als middel om vaccinatie te stimuleren komt, zowel aan de linker- als de rechterkant van het politieke spectrum, uiteindelijk voort uit de volgende overtuiging: je moet mensen niet proberen om te kopen om ze dingen te laten doen die ze volgens jou behoren te doen.’
Het experiment: in een dorp krijgen mensen als beloning een kilo gedroogde peulvruchten voor elke vaccinatie en een set borden voor het afmaken van de serie. Het werkt. De vaccinatiegraad stijgt enorm. Zijn mensen omkoopbaar? Nee, want wanneer ze wel heel goed weten wat ze willen zijn ze niet omkoopbaar.
Misschien kunnen ze het belang van de vaccinaties niet voldoende inschatten, maar vooral zijn ze mensen zoals iedereen die wel de intentie hebben om iets te doen, maar het dan toch niet doen. Ook mensen die niet arm zijn laten zich door beloningen in een welbepaalde richting sturen.
Er wordt van arme mensen een strikt logisch gedrag verwacht
Arme mensen zijn in bijna elk opzicht net zo als de rest van de mensheid. ‘Ze delen dezelfde verlangens en zwakheden. De armen zijn ook niet minder rationeel, integendeel. Juist omdat ze zo weinig hebben, blijkt dat ze vaak heel weloverwogen keuzes maken: ze moeten heel economisch te werk gaan om te overleven.’
Maar het betekent ook ‘dat geringe kosten, kleine obstakels en het maken van kleine foutjes die de meesten van ons meteen weer zouden vergeten, een enorme impact op hun leven kunnen hebben.’
Maar waarom krijgen mensen in armoede dan zo vaak te horen dat ze onverstandige keuzes maken?
Armen moeten vaak beslissingen nemen terwijl het hen ontbreekt aan essentiële informatie. Ze dragen verantwoordelijkheid voor te veel aspecten van hun leven. Hoe rijker je bent, hoe meer de ‘juiste’ beslissingen voor jou worden genomen.
Armen leven vaak onder stressvolle omstandigheden. En met proefpersonen is aangetoond dat wie onder stress staat en moet kiezen tussen verschillende alternatieven, minder gauw de meest rationele economische beslissing neemt.
Grote omwentelingen zijn zeldzaam, maar kleine veranderingen kunnen veel teweeg brengen
Een voorbeeld uit Oeganda: van het geld van de centrale overheid voor scholen, had slechts 13% de scholen bereikt.
William Easterly en Jeffrey Sachs zijn twee wetenschappers die er een andere mening op na houden.
Easterly: Het probleem is het organiseren van het politieke proces. Als de politiek op orde is, zal er uiteindelijk ook goed beleid komen.
Sachs: Armoede veroorzaakt corruptie, en corruptie veroorzaakt armoede. Ontwikkelingshulp zou moeten worden besteed aan specifieke doelen waarop goede controle mogelijk is, zoals malariabestrijding en voedselproductie. En als de levensstandaard verbetert kan de rechtsstaat wortel schieten.
Maar volgens Banerjee en Duflo kan een geleidelijke vooruitgang door een reeks van kleine veranderingen soms eindigen in een stille revolutie, zonder dat eerst een regering omvergeworpen wordt.
In het voorbeeld van Oeganda ontstond groot tumult toen de resultaten van het onderzoek bekend gemaakt werden. Het Ministerie publiceerde voortaan de bedragen voor de scholen die naar de districten werden gestuurd in de belangrijkste kranten. Vijf jaar later bleek dat de scholen gemiddeld 80% kregen van waar ze recht op hadden.
Blijven zoeken naar oplossingen
Er is geen knop om armoede definitief uit te roeien, maar er is ook geen reden om er ons bij neer te leggen en niets te doen. Dat is de eindboodschap van het boek. En een oproep om samen met miljoenen goedwillende mensen van over heel de wereld de handen ineen te slaan. Want we mogen niet tolereren dat door de armoede levens en talenten teloorgaan.
Banerjee in gesprek met leden van ATD Vierde Wereld
Mensen die in armoede leven: wie zijn ze en wat denken ze? Politici nemen beslissingen om de armoede te bestrijden maar weten meestal heel weinig over het leven van mensen in armoede. Daarom is het heel belangrijk dat ATD Vierde Wereld ontmoetingen mogelijk maakt waarbij beleidsmensen rechtstreeks in dialoog kunnen gaan met mensen in armoede. Dat zei Sylvie Goulard op 17 oktober 2012. Zij is Europees parlementslid en voorzitter van de interfractiegroep ‘Armoede en mensenrechten’ . Die organiseerde op 17 oktober een publiek debat in het Europees Parlement, waaraan meer dan 150 mensen deelnamen. Abhijit Banerjee gaf een inleiding over hoe mensen in armoede kunnen betrokken worden bij het beleid. ‘We zijn allemaal mensen en geen machines, dat is een basisles bij het uitwerken van armoedeprogramma’s.’
Voor het debat van start ging was er in besloten kring een gesprek tussen Banerjee en leden van ATD Vierde Wereld uit verschillende Europese landen. Zowel militanten als medestanders namen het woord. Jo Dhaenens van de medestandersgroep Brugge had het over ‘Brugge dialoogstad’, over hoe mensen in armoede in een respectvolle en waardige dialoog kunnen gaan met mensen die verantwoordelijk zijn voor het beleid.
Marie-Thérèse Poppe
Abhijit Vinayak Banerjee en Esther Duflo – Arm en Kansrijk. Een nieuwe visie op het bestrijden van armoede – Nieuw Amsterdam Uitgevers, 2011