“Als we het aandurven de armsten te vertrouwen, ontdekken we dat ze de wereld iets kunnen bijbrengen. Eer en waardigheid zijn belangrijker dan iedere dag voldoende voedsel hebben.” Joseph Wresinski
Elke dag op weg naar het werk, zag ik hem voor zijn deur zitten. Om eerlijk te zijn, moet ik toegeven dat ik me dan nooit echt op mijn gemak voelde. Nochtans zei hij altijd vriendelijk goedendag. Mooi weer, regen of hevige wind, hij kon het niet laten iedere keer iets over het weer te zeggen: ‘Ah, vandaag wordt het prachtig!’, of: ‘Het gaat nog regenen!’ Het was ons ritueel geworden. Ik vergat hem altijd snel, benomen door de dagelijkse drukte. Uit angst dat hij me iets zou vragen, durfde ik niet stoppen.
Op een dag zag ik hem weer zitten. Ik verwachtte me al aan een opmerking over de uitblijvende sneeuwvlokken. Maar hij zei: ‘Heb je toevallig wat geld voor mij?’. Hij zag er inderdaad een beetje uitgehongerd uit. Gegeneerd stopte ik hem een briefje toe. Ik luisterde niet eens naar zijn woorden van dank.
De volgende dagen had ik het gevoel opgelicht te zijn. Ik wou een andere weg nemen, maar deed het toch niet. Op een ochtend sprak hij me opnieuw aan: ‘Heb je een minuutje om even binnen te komen?’. Ik was verbaasd en twijfelde, maar ja, uiteindelijk, waarom niet? Het was de eerste keer dat hij dit voorstelde. Ik ging binnen en zag… een kapotte stoel, emmers om het water uit het lekkend dak op te vangen. Maar wat hoorde ik? Net onder de wastafel zaten twee kleine vogeltjes in een kooitje te zingen. Hij had vast de verbazing op mijn gezicht gezien. ‘Ik wilde je mijn vogeltjes tonen. Dankzij jou heb ik een beetje gezelschap gekregen.’ Wat ik die dag begrepen heb, is de motor geweest voor mijn verdere leven.
Verteld door Antoine