Aantekeningen van een NMBS-medewerker
Het is vroeg in de ochtend, en tussen het jachtige rennen van de pendelaars valt een man mij op. Hij heeft alle tijd van de wereld. Hij draagt geen maatpak of modieuze sneakers. Hij haalt een blikje pils uit zijn overvolle rugtas. Ik had het moeten weten, de nachten worden kouder en dan komen de daklozen graag in de stationshal beschutting zoeken.
De man praat behoorlijk luid. Dat heb je als je dronken bent. Als die mannen zouden stoppen met drinken, dan konden ze tenminste de huur betalen. Geld voor smartphones hebben ze blijkbaar ook. Plots zet de man het op een lopen. Kaartjes kopen doen die lui natuurlijk niet. Boetes betalen? Daar lachen ze mee. Van een kale kip kun je niet plukken.
Zwaar hijgend komt de man terug in de hal. Zeker schrik gehad van de treinbegeleider? Weer is hij druk aan het bellen. Vanwaar halen die mannen dat geld toch?
Mededeling aan de reizigers: “De IC-trein met bestemming Brussel van 8u42 zal vandaag niet rijden.”
Je ziet de man geagiteerd heen en weer lopen. Weer is hij aan het bellen. Dan komt hij mijn richting uit. Hij wil dat zijn treinkaartje wordt terugbetaald! Ik geloof mijn oren niet. Alsof hij mijn gedachten kan lezen voegt hij er nog aan toe: “Ik moest naar een belangrijke vergadering in Brussel.”
Ik had het zelf niet gekker kunnen bedenken en kan nog net een schaterlach onderdrukken.
En ik? Zou ik deze man geloofd hebben?
André, zo heet hij, was zo’n 20 jaar straatbewoner. Dat vindt hij een beter woord dan dakloos. Sinds vorige week heeft hij een woning. Maar het leven op straat heeft hem fysiek getekend. De gewoonte om te drinken leer je niet in een paar weken af.
André heeft mij en mijn collega die ochtend verschillende keren gebeld. Hij was heel opgewonden. Hij had net de trein gemist. Stom. Hij was immers goed op tijd in het station. Wachtend was hij wat gaan surfen en rondbellen op zoek naar informatie om een vriend te helpen.
In zijn enthousiasme verloor hij de tijd uit het oog. Geen probleem. Hij belde me: ”Met de trein van 8u42 kom ik ook nog net op tijd”. Nog geen half uur later belt André terug. Hij is in paniek en ook boos. “Ze hebben mijn trein afgeschaft.”
Tussen de boosheid door hoor ik vooral de ontgoocheling in zijn stem. Hij had zich zo verheugd op de bijeenkomst. “Ik loop over van de ideeën” had hij daarnet half lachend, half serieus gezegd. Samen met andere ervaringsdeskundigen uit Vlaanderen, Brussel en Wallonië neemt hij deel aan een tweejaarlijks onderzoek van het Federaal Steunpunt Armoedebestrijding. Om de zoveel weken komt de groep samen om ervaringen uit te wisselen en ideeën aan te reiken rond het thema duurzaamheid.
André had zich goed voorbereid. En dan gebeurt nu dit.
Later op de dag, als de woede wat bekoeld is, belt hij terug. Over zijn vraag om het treinkaartje terugbetaald te krijgen: “Het gaat mij niet om het geld, het gaat mij om het principe.”
Het hele gebeuren blijft de komende dagen in mijn hoofd hangen. Wat als ik de spoorwegbediende was geweest. Zou ik André geloofd hebben? En u? Waarheid of fabel? Ons project over vooroordelen wil mensen zoals u en ik aanspreken. Niet om met het vingertje te wijzen. Wel om met een kritische blik te kijken naar onszelf en hoe wij naar mensen in armoede kijken.
Guy Malfait
Wil u graag meer weten over Waarheid of Fabel, neem dan contact op met contact@atd-vierdewereld.be
(Foto: Fernand De Canne)